In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Check-in
😒🙁😐🙂😃
Slide 1 - Poll
Mijn vertrouwen in mijn biologie meesterproef is .... ?
Slide 2 - Poll
Ik ben al begonnen met de volgende lesstof...:
nog niet begonnen
H10 (evolutie)
H11 (transport)
H12 (gezondheid)
2 hoofdstukken
alle 3 de hoofdstukken
ik kan alles al; mag ik alvast mijn diploma?
Slide 3 - Poll
Het verteringsstelsel van de dromedaris is zo lang geworden door het proces ....
A
natuurlijke selectie
B
seksuele selectie
C
kunstmatige selectie
D
evolutionaire selectie
Slide 4 - Quizvraag
Welke stelling over homologe organen is juist?
A
Homologe organen hebben altijd dezelfde functie
B
De vleugel van een vlieg en de vleugel van een vleermuis zijn analoog
C
Analoge organen zien er ongeveer hetzelfde uit
D
Analoge organen zijn ontstaan bij een recente gemeenschappelijke voorouder
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Waar
Niet waar
Klipdassen zijn eerder ontstaan dan zeekoeien
Klipdassen zijn meer verwant aan zeekoeien dan aan olifanten
Slide 7 - Sleepvraag
Meest verwant?
1 (walvissen en nijlpaarden)
2 (muskusherten en herten)
3 (gaffelantilopen en holhoornigen)
Slide 8 - Sleepvraag
In het huidige walvisskelet is nog een overblijfsel van een heupbot en dijbeen aanwezig. dit noemen we een..
A
analoog orgaan
B
fossiel orgaan
C
rudimentair orgaan
D
vitaal orgaan
Slide 9 - Quizvraag
Iemand heeft een infectie van het coronavirus in de longen. Een granulocyt zit nu in de leverader. De cel volgt de cytokinen naar de plaats van infectie.
Hoe reist de granulocyt door de bloedsomloop?
Sleep de onderdelen in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
long-haarvat
linker-boezem
linker-kamer
longslagader
onderste holle ader
Slide 10 - Sleepvraag
Welke witte bloedcel is als eerste op de plek van een beginnende infectie?
A
granulocyt
B
macrofaag
C
T-helper cel
D
B-geheugencel
Slide 11 - Quizvraag
Jorrit krijgt een vaccin tegen corona. Hierin zitten delen van virusdeeltjes (antigenen). dit is een voorbeeld van...
A
actieve kunstmatige immunisatie
B
passieve kunstmatige immunisatie
C
actieve natuurlijke immunisatie
D
passieve natuurlijke immunisatie
Slide 12 - Quizvraag
Welke cel kan nooit tot de NIET-specifieke afweer behoren?