15.10. Sophie 11, wiederholen, Lesen

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programm, Dienstag 16.10. 
Sophie 11
Wiederholen Grammatik
Lesen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Maak aantekeningen!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SO

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Die 
Fälle
Wie / Wat gezegde?
Wie / Wat gezegde onderwerp?
Van wie?
Aan wie / Voor wie?
bezitrelatie
meewerkend voorwerp
lijdend voorwerp
onderwerp

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Die 
Fälle
1de naamval
4de naamval
2de naamval
3de naamval
bezitrelatie
meewerkend voorwerp
lijdend voorwerp
onderwerp

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welches Wort gehört zu welcher Gruppe? 
Ein-Gruppe
Der-Gruppe
der
die
das
dies-
jen-
jed-
manch- 
solch- 
welch-
all-
ein-
kein-
mein-
dein-
sein- 
ihr- 
unser- 
euer- 
Ihr- 
ihr-

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Der freundliche Herr dankt dem Mädchen.
5/7
uitleg/antwoord
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bezitrelatie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Das ist der Fehler mancher Eltern.
1/7
uitleg/antwoord
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bezitrelatie

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Die Vase habe ich nicht kaputt gemacht!
6/7
uitleg/antwoord
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ich
du
er
wir
ihr
sie
sie
es
Sie
uns
dir
ihnen
euch
ihm
ihm
ihr
mir
Ihnen

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 3E nv.
mij
jou
hem
jullie
haar
ons
het
hen
u
mir
uns
ihm
ihm
ihr
dir
euch
ihnen
Ihnen

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 3E nv.
persoonlijk
voornaamwoord
bezittelijk
voornaamwoord
mir
uns
ihn
ihm
Ihr
dir
euch
ihnen
Ihnen
euer
dein
unser
sein
ihr

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maria sieht ... (Hans).
A
er
B
es
C
ihn
D
ihm

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Paula gibt .... (Fred) einen dicken Kuss.
A
ihm
B
ihr
C
sein
D
er

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hast du denn kein Geschenk für ... (Angela)?
A
ihn
B
sie
C
ihr
D
er

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cito Lesen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesen
Text 2 + 1

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen woordenboek meenemen!!!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Viel Erfolg in der Prüfungswoche! 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgabe für Dienstag 16.10.

Lernen:   
Nächste Stunde: 

Slide 23 - Tekstslide

EHBL Karten austeilen
Persoonlijke vnw 1,3,4

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proefwerk do 17-10
Grammatik:   ontleden, der/eingroep, 
                            persoonlijke voornaamwoorden
                            Seite 363 -385      (mit Spickzettel) 
                            
Lesen               mit eigenem! Wörterbuch 

15% 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Übersetzt:
1. der Abiturient
2. jemandem Bescheid       sagen
3. die Stelle
4. zunächst

5.  nodig hebben
6.  succesvol
7.   moeilijk
8.  van plan zijn

Slide 26 - Tekstslide

1. de examenleerling
2. iemand informeren
3. de plaats, plek, baan
4. allereerst
'
5. brauchen
6. erfolgreich
7. schwierig, schwer
8. vorhaben, beabsichtigen