Hoofdletters en leestekens (4mavo)

Hoofdletters en leestekens
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdletters en leestekens

Slide 1 - Tekstslide

Goed of fout?
In Januari is het winter.
A
goed
B
fout

Slide 2 - Quizvraag

Goed of fout?
Jan Van der Veen
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quizvraag

Goed of fout?
Noord-Holland
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quizvraag

Goed of fout?
Meneer hazelaar
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Janneke de Boer
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Pieter Van Duinrade
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Mercedes
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quizvraag

Juist of onjuist:
nederlandse
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Leestekens

Slide 10 - Tekstslide

Welk leesteken hoort er achter de zin?
Schiet toch eens op
A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 11 - Quizvraag

Welk leesteken hoort er achter de zin?

Ik ben blij dat het bijna vakantie is

A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 12 - Quizvraag

Welk leesteken hoort er achter de zin?
Vind jij leestekens moeilijk

A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 13 - Quizvraag

Hij heeft verschillende hobby's voetbal tennis volleybal en lezen
Verbeter!

Slide 14 - Open vraag

je kunt een heleboel leren maar dan moet je wel oefenen.
Verbeter!

Slide 15 - Open vraag

maarten riep wat kun je hard rennen kees
verbeter

Slide 16 - Open vraag

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

mieke heeft veel dieren kippen schapen en honden

Slide 17 - Open vraag

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben

Slide 18 - Open vraag

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
Levi wil je die bak met potloden aangeven

Slide 19 - Open vraag

Juist of onjuist:
Mees riep: Kijk uit voor die fietser!
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Lotte zei: 'Wat een leuke jongen.'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag