2.4 Blessures

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen vandaag?

1. Korte herhaling 2.3
2. Uitleg 2.4 Blessures
3. Zelfstandig aan de slag

In je lichaam zitten ……. spieren

1. 100
2. 300
3. 600
4. 900

Spiervezels vormen samen een ..

1. pees
2. vezel
3. spierstelsel
4. spierbundel

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....

1. korter en dikker
2. langer en dunner
3. korter en dunner
4. langer en dikker

Mieke zegt: "ik heb een spier die nooit moe wordt." Wat voor een spier is dit?

1. Nee, spieren worden op een bepaald moment moe
2. Ja, dit is een hartspier
3. Nee, dit komt alleen bij insecten voor
4. Ja, dit is een skeletspier

Wat zijn antagonisten?
Kies het beste antwoord.

1. Spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken
2. Spieren die een opgaande beweging mogelijk maken
3. Spieren die altijd doorwerken
4. Spieren die een beweging tegenhouden

Een ander woord voor de biceps is.

1. Armstrekspier
2. Armbuigspier
3. Armspanspier
4. Armaanspanspier

2.4 Blessures - Leerdoelen 

• Je kunt de belangrijkste oorzaken van blessures noemen.
• Je kunt de 3 groepen blessures beschrijven
• Je weet hoe je blessures kunt voorkomen

Een blessure is een beschadiging aan botten, spieren en gewrichten. 

Blessures

Voorbeelden:

Spierscheuring

Botbreuk

Voetbalknie

Kneuzing

Verzwikking

Ontwrichting

RSI/tenniselleboog

Botbreuk

Recht zetten + gips en/of een operatie

Een gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom.

De gewrichtsknobbel wordt weer in de kom geduwd. 

Ontwrichting

• Verstuiking wordt ook wel verzwikking genoemd (alleen is er bij verzwikking geen sprake van het dik worden van de enkel).
• De gewrichtsbanden en het gewrichtskapsel rekken dan te ver uit. 
• Je hoeft niet naar de dokter, maar het moet goed gekoeld worden. 

Verstuiking

1. Spierpijn

In een werkende spier ontstaan afvalstoffen. Als de afvalstoffen niet genoeg worden afgevoerd door het bloed ontstaat spierpijn. 

Spierblessures

2. Spierkneuzing

• Door een botsing of val kan een kneuzing ontstaan. 
• Spiercellen en bloedvaatjes zijn beschadigd, daardoor krijg je een bloeduitstorting = een blauwe plek. 

Spierblessures

3. Spierkramp: een spier trekt zich plotseling heel sterk samen. Je moet stoppen met de beweging, ga je door dan kan de spier scheuren. 

4. Spierscheuring: spiervezels en bloedvaatjes gaan kapot. Een plotselinge spierscheuring = een zweepslag

Spierblessures

0

0

Voorkomen blessures

1. Kleding en Beschermende middelen.

2. Intapen.

3. Warming-up

4. Cooling-down

0

Zelfstandig aan de slag

Wat? Maken van paragraaf 2.4

Hoe? Zelfstandig. In stilte, mag met muziek op

Vraag? Vraag het eerst fluisterend aan je buurman. Komen jullie er samen niet uit, vraag de docent.

Klaar? Ga hoofdstuk 2 leren. Wat vind jij de lastige onderdelen?