4.5 Meervoudsvormen

NEDERLANDS
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

NEDERLANDS

Slide 1 - Tekstslide

DOEL VAN DE LES

  • Je kent de regels die horen bij het meervoud en kunt deze regels toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

MEERVOUD

Slide 3 - Tekstslide

MEERVOUD OP -EN
Bij veel zelfstandige naamwoorden maak je het meervoud door er 'en' achter te zetten.

een stoel - twee stoelen
een bord - twee borden
een boek - twee boeken


Slide 4 - Tekstslide

MEERVOUD OP -EN
LET OP!!!
Als het enkelvoud een lange klinker (aa, ee, oo, uu) heeft in de laatste lettergreep met daarachter nog één medeklinker, verdwijnt een van die klinkers.

een aap - twee apen
een muur - twee muren



Slide 5 - Tekstslide

MEERVOUD OP -EN
LET OP!!!
Als het enkelvoud een korte klinker (a, e, i, o, u) heeft in de laatste lettergreep met daarachter nog één medeklinker, komt er vaak een medeklinker bij om de klank van die klinker kort te houden.
een hek - twee hekken
een pil - twee pillen




Slide 6 - Tekstslide

MEERVOUD OP -EN
LET OP!!!
Als het enkelvoud eindigt op een s, wordt de s vaak een z in het meervoud:

een baas - twee bazen
een wees - twee wezen
een roos - twee rozen




Slide 7 - Tekstslide

MEERVOUD OP -EN
LET OP!!!
Als het enkelvoud eindigt op een f, wordt de f vaak een v in het meervoud:

een landgraaf - twee landgraven
een zeef - twee zeven




Slide 8 - Tekstslide

een reis - twee ....
A
reisen
B
reizen

Slide 9 - Quizvraag

een kast - twee ....
A
kastten
B
kaasten
C
kasten
D
kaste

Slide 10 - Quizvraag

een klok - twee ....
A
klokken
B
kloken

Slide 11 - Quizvraag

een baan - twee ....
A
bannen
B
baanen
C
baannen
D
banen

Slide 12 - Quizvraag

een schroef - twee ....
A
schroefen
B
schroeven

Slide 13 - Quizvraag

MEERVOUD OP -S
Als de uitspraak niet verandert, dan -s eraan vast!

Na woorden die eindigen op -el, -er, -en, -em, -je, -ie:
appels, trappers, jongens, tandems, meisjes, vakanties 
Ook na stomme e (u-klank), é, eau en ui: 
etalages, logés, cadeaus, etuis ​

 ​

Slide 14 - Tekstslide

MEERVOUD OP 'S
Als er wel verwarring is met uitspraak, dan 's. 
omas > oma's 
gebruik de apostrof ’s: 
taxi’s, baby’s, accu's, auto's
Ook ’s na afkortingen die je ook echt als afkorting uitspreekt: cd’s, tv’s, bv’s

Slide 15 - Tekstslide

een etui - twee ....
A
etui's
B
etuis

Slide 16 - Quizvraag

een ski - twee ...
A
skies
B
ski's

Slide 17 - Quizvraag

een BMW - twee ...
A
BMW's
B
BMWs

Slide 18 - Quizvraag

MEERVOUD OP -EREN

een ei - twee eieren
een kind - twee kinderen
een lam - twee lammeren

Slide 19 - Tekstslide

MEERVOUD OP -ËN
Bijna alle zelfstandig naamwoorden die in het enkelvoud eindigen op -ee.
zee - zeeën, twee - tweeën, slee - sleeën, frisbee - frisbeeën

Zelfstandig naamwoorden die in het enkelvoud eindigen op -ie, eindigen in het meervoud op iën, ieën of ies.
bacterie - bacteriën, kopie - kopieën, politie - polities 

Slide 20 - Tekstslide

MEERVOUD OP -ËN
LET OP!!!
Het meervoud eindigt op -iën 
als de klemtoon van het woord niet op de laatste lettergreep ligt.
bacterie > bacteriën, tralie - traliën, kolonie - koloniën

Het meervoud eindigt op -ieën 
als de klemtoon van het woord wel op de laatste lettergreep ligt.
kopie - kopieën, drie - drieën, melodie > melodieën

Slide 21 - Tekstslide

MEERVOUD LATIJNSE UITGANG

Een neerlandicus - twee neerlandici
Een datum - twee data (ook datums)
een museum - twee musea (ook museums)
een collega - twee collegae (ook: collega's)

Slide 22 - Tekstslide

een ceremonie - twee ....
A
ceremoniën
B
ceremonieën

Slide 23 - Quizvraag

een categorie - twee ....
A
categorieën
B
categoriën

Slide 24 - Quizvraag

een lam - twee ....
A
lamen
B
lammeren
C
lameren
D
lammen

Slide 25 - Quizvraag

Een chemicus - twee ......
A
Chemici
B
Chemica
C
Chemicussen

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

Taal Integraal 
Zie lesplan. 

Slide 28 - Tekstslide

EVALUATIE

Controleer of je de uitleg hebt begrepen door de Kahoot te spelen. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

Bedankt!!!
Bedankt voor het 
meedoen!!!



Nu aan de slag 
in Taal Integraal.
Zie studieplan.

Slide 31 - Tekstslide