Lesen Les 2 (B1)

Lesen Les 2
Niveau B1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Lesen Les 2
Niveau B1

Slide 1 - Tekstslide

Instructie
Jullie hebben het de vorige keer super goed gedaan. Nu doen we er een schepje bovenop. Ik ben benieuwd hoe het deze keer gaat en krijg graag van jullie ook wat feedback over de moeilijkheid. Er zijn meerdere teksten.

Slide 2 - Tekstslide

Text 1
Lese den Text und beantworte die Fragen. Bei diesen Fragen müsst ihr sagen ob es richtig (juist) oder falsch (onjuist) ist.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Zu Mittag klingelte Susannes Telefon.
A
richtig
B
falsch

Slide 5 - Quizvraag

Erst durch den Anruf bemerkte Susanne das Fehlen ihrer Brieftasche.
A
richtig
B
falsch

Slide 6 - Quizvraag

Susanne glaubte, die Brieftasche beim Bezahlen vergessen zu haben.
A
richtig
B
falsch

Slide 7 - Quizvraag

Der Finder hatte die Brieftasche ins Fundbüro gebracht.
A
richtig
B
falsch

Slide 8 - Quizvraag

Die Telefonnummer der Bank war in der Brieftasche.
A
richtig
B
falsch

Slide 9 - Quizvraag

In Susannes Brieftasche fehlte nichts.
A
richtig
B
falsch

Slide 10 - Quizvraag

Susanne konnte dem Finder persönlich für seine Ehrlichkeit danken.
A
richtig
B
falsch

Slide 11 - Quizvraag

Text 2
Benenne die richtigen Antworten. A, B oder C

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Die Bio-Gasanlage …
A
gehört Eckhard Meier.
B
gibt es seit einem Dreivierteljahr.
C
produziert Strom und Wärme.

Slide 14 - Quizvraag

In diesem Text geht es um ...
A
die neue Technologie von Eckhard Meier.
B
die umweltfreundliche Stromproduktion in Feldheim.
C
einen Studiengang an der Universität Göttingen.

Slide 15 - Quizvraag

Die Wissenschaftler wollten zeigen, dass ...
A
ein ganzes Dorf von modernen Energien leben kann.
B
eine Bio-Gasanlage mehr Strom produziert, als ein Dorf braucht.
C
man größere Mengen Strom sparen kann.

Slide 16 - Quizvraag

Damit die Idee auch in anderen Dörfern funktioniert, ...
A
benötigt man viel Geld.
B
braucht man genug Platz für die Technik.
C
muss die Bevölkerung dafür sein.

Slide 17 - Quizvraag

Hoe ging het? Vond je het lastig of juist niet?

Slide 18 - Open vraag