Maandag 4 januari

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Module 3
- SO examenidioom H5 + H6: 25. Januar
- SO Neue Kontakte K3: 8. Februar
- PW grammatica: 23. Februar
- PW lezen: Prüfungswoche

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heute
- Hörverstehen 
 - Leseverstehen 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Krimi

Slide 4 - Woordweb

Krimi (van Duits Kriminal, "crimineel") is de Duitstalige benaming van het misdaadgenre. In het Nederlands wordt de term "krimi" gebruikt om de typisch Duitse kijk op het genre te onderscheiden van de typisch Britse variant (detective) en de Amerikaanse variant. In het Nederlands spreken we ook wel van een politieserie.
Sonntag ist Tatort - Zeit
1.) Wanneer kwam Tatort voor het eerst op tv? 
2.) Welke thema's komen vaak aan bod?


3.) Hoe veel mensen kijken regelmatig Tatort? 

Slide 5 - Tekstslide

1. 29 november 1970
2. maatschappelijke thema's. Vroeger vaak de splitsing van Duitsland.
3. Tussen 8 en 12 miljoen 

1.) Wanneer kwam Tatort voor het eerst op tv?
(dag - maand voluit- jaartal)

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2.) Welke thema's komen vaak aan bod?

Slide 7 - Open vraag

2. maatschappelijke thema's. Vroeger vaak de splitsing van Duitsland.

3.) Hoe veel mensen kijken regelmatig Tatort?
A
Tussen 6 - 10 miljoen
B
Tussen 8 - 12 miljoen
C
Tussen 12 - 16 miljoen

Slide 8 - Quizvraag

3. Tussen 8 en 12 miljoen

Leseverstehen
In de volgende dia ga je naar een link. 
Dit is de leestekst. Open de link in een nieuw venster, zodat je deze naast de vragen kan houden. 

Je krijgt 5 minuten om de tekst te lezen

Veel fouten? Dan krijg je extra oefening

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

1.) Erst durch den Anruf bemerkte Susanne das Fehlen ihrer Brieftasche
A
Richtig
B
Falsch

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.) Susanne glaubte, die Brieftasche beim Bezahlen vergessen zu haben.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3.) Der Finder hatte die Brieftasche ins Fundbüro gebracht.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4.) Die Telefonnummer der Bank war in der Brieftasche.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. ) In Susannes Brieftasche fehlte nichts.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6.) Susanne konnte dem Finder persönlich für seine Ehrlichkeit danken.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
- Opnieuw inlezen Konjunktiv II
- Opdrachten maken (zie Magister) 

Morgen in de les: 
- Neue Kontakte K4 - C nakijken
- Neue Kontakte K4 - H uitleggen
- Opdrachten maken digitaal lesmateriaal 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips en tops voor de volgende les

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies