TH 1 Hoofdstuk 4

TH 1 Hoofdstuk 4
vechten, werken en bidden
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

TH 1 Hoofdstuk 4
vechten, werken en bidden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Middeleeuwen

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Paragraaf 1 De koning en zijn leenmannen
- 4de en 5de eeuw:
  • volksverhuizingen
  • oorlog om plaats / gebied
  • Romeinse rijk valt uiteen
- Middeleeuwen 'beetje terug
in de tijd.


Romeinen
Middeleeuwen
steden
platteland
groot rijk
kleine zelfstandige gebieden
handel
autarkie / zelfvoorzienend

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Het rijk van Karel de Grote

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Het leenstelsel
- Groot rijk is moeilijk te besturen
- Karel de Grote gaf gebieden 'te leen' aan vazallen / leenmannen
- Karel is leenheer, vazal is leenman. (Leenheer geeft, leenman krijgt)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Frankische rijk valt uiteen
- gevolgen feodalisme (= leenstelsel)
  • macht van koning / keizer neemt af
  • macht van adel (leenman) neemt toe
  • volk wist niet wie de baas was
  • leenman leende zijn gebied aan achterleenman (omdat het gebied te groot was)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Paragraaf 2 Boeren en ridders
-Onveilige tijd:
  • veel oorlogen om macht
  • komst Vikingen / Noormannen 
-Ontstaan Hofstelsel

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Domein
* Kerk  -   Kasteel  - Land heer, land boeren  -  
huizen boeren -  (ban)molen
*domein =  dorpje met landbouwgronden


*Vaak zie je in huidige steden geschiedenis terug. Zie voorbeeld VEnlo en Utrecht

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

geestelijken
Soorten geestelijken:
  1. Hoge geestelijken: Paus en bisschoppen. Hoge geestelijken waren vaak rijk. Te zien aan kleding.
  2. Lage geestelijken: Pastoor (in een dorp). Nonnen en monniken (leven in een klooster)

Slide 29 - Tekstslide

Leven in een klooster
Taken:
  • bidden
  • voedsel verbouwen
  • zieken genezen
  • les geven
  • boeken overschrijven

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

3 standen

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide