Zakelijke brief: Les 2

Zakelijke brief schrijven
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zakelijke brief schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen
  • Huiswerk bespreken
  • Terugblik op de vorige les
  • Lesdoel bespreken
  • Uitleg
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken

We gaan de volgorde 
van het knipblad van 
Jesse samen bespreken.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik

Ik weet wat het doel kan zijn van een zakelijke brief en voor wie het bedoeld is.

Ik weet welke conventies er horen bij een zakelijke brief.

Slide 4 - Tekstslide

Een zakelijke brief schrijf je aan iemand............

Slide 5 - Open vraag

Mijn naam is Samantha de Rade. Ik schrijf u deze brief, omdat ik een vraag heb over een telefoon.

Deze tekst hoort bij de .......
A
Kern
B
Inleiding
C
Slot

Slide 6 - Quizvraag

Lesdoel
Ik weet waar en wanneer ik hoofdletters en leestekens 
moet gebruiken.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe zit het ook alweer met de indeling van een zakelijke brief?

Pak de conventies erbij 
(via de drive of op papier).

Deze moet je uit je hoofd leren! 

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdletters, komma's en punten
Hoofdletter:
  • Het eerste woord van een zin begint met een hoofdletter
  • Namen: aardrijkskundige namen, namen van bedrijven, namen van volkeren
  • Aanhef en adressen
  • Afkortingen van instellingen, bedrijven en politieke partijen (zonder puntjes)




Slide 9 - Tekstslide

Hoofdletters, komma's en punten
Komma:                                Punt:
In een opsomming                  - Aan het einde van een zin
Na een aanhef

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag 2
Huiswerk: Website juf Melis:

-Je maakt de opdrachten online
-Na het maken kijk je het na en maak je van elke 
pagina (5x) een screenshot met de score (let op: 
de hele pagina moet erop staan!)
-Je mailt deze 5 screenshots naar je docent.

Slide 12 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Ik weet wanneer en waar ik hoofdletters en leestekens moet gebruiken.

Slide 13 - Tekstslide