Proeftoets spelling
Schrijf de zin over en plaats hoofdletters, punten, komma's, dubbele punten, aanhalingstekens en vraagtekens waar dat moet.
Safouane vroeg heb jij dit liedje gezongen
Safouane vroeg heb jij dit liedje gezongen
1 / 21
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Schrijf de zin over en plaats hoofdletters, punten, komma's, dubbele punten, aanhalingstekens en vraagtekens waar dat moet.
Safouane vroeg heb jij dit liedje gezongen
Safouane vroeg heb jij dit liedje gezongen
Slide 1 - Open vraag
Schrijf de zin over en plaats hoofdletters, punten, komma's, dubbele punten, aanhalingstekens en vraagtekens waar dat moet.
minoes gaat in de carnavalsvakantie naar spanje toe
minoes gaat in de carnavalsvakantie naar spanje toe
Slide 2 - Open vraag
Schrijf de zin over en plaats hoofdletters, punten, komma's, dubbele punten, aanhalingstekens en vraagtekens waar dat moet.
in de zomer gaan er altijd veel mensen naar zuid-frankrijk toe
in de zomer gaan er altijd veel mensen naar zuid-frankrijk toe
Slide 3 - Open vraag
Schrijf de zin over en plaats hoofdletters, punten, komma's, dubbele punten, aanhalingstekens en vraagtekens waar dat moet.
woonde bardo op de lindelaan in helmond vroeg arwa
woonde bardo op de lindelaan in helmond vroeg arwa
Slide 4 - Open vraag
Schrijf de zin over en plaats hoofdletters, punten, komma's, dubbele punten, aanhalingstekens en vraagtekens waar dat moet.
de rijn komt vanuit duitsland nederland binnen
de rijn komt vanuit duitsland nederland binnen
Slide 5 - Open vraag
Welke naam is juist geschreven?
A
Hans van der Pas
B
Hans Van Der Pas
C
Hans Van der Pas
Slide 6 - Quizvraag
Welke naam is juist geschreven?
A
mevrouw van der Bakel
B
mevrouw Van Der Bakel
C
Mevrouw Van der Bakel
Slide 7 - Quizvraag
Welke naam is juist geschreven?
A
dominee de groot
B
dominee De Groot
C
Dominee de Groot
Slide 8 - Quizvraag
noteer de pv in de tt
Wat (vinden) je van deze mooie trui?
Wat (vinden) je van deze mooie trui?
Slide 9 - Open vraag
noteer de pv in de tt
Je (raden) nooit waar hij in (geloven).
Je (raden) nooit waar hij in (geloven).
Slide 10 - Open vraag
noteer de pv in de tt
Mijn moeder (beloven) dat ik een snoepje na school mag.
Mijn moeder (beloven) dat ik een snoepje na school mag.
Slide 11 - Open vraag
noteer de pv in de tt
Het (worden) tijd dat je je spullen eens (opruimen)
Het (worden) tijd dat je je spullen eens (opruimen)
Slide 12 - Open vraag
Noteer de pv in de vt
Ik (wachten) gisteren op de tram.
Ik (wachten) gisteren op de tram.
Slide 13 - Open vraag
noteer de pv in de vt
De leerlingen (pesten) de juf een beetje.
De leerlingen (pesten) de juf een beetje.
Slide 14 - Open vraag
noteer de pv in de vt
De juffrouw (barsten) in woede uit.
De juffrouw (barsten) in woede uit.
Slide 15 - Open vraag
noteer de pv in de vt
vroeger (houden) ik veel van fruit.
vroeger (houden) ik veel van fruit.
Slide 16 - Open vraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd of voltooid deelwoord? Noteer de juiste werkwoordspelling.
hij heeft een tijdje bij Helmond Sport (spelen).
hij heeft een tijdje bij Helmond Sport (spelen).
Slide 17 - Open vraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd of voltooid deelwoord? Noteer de juiste werkwoordspelling.
De docent (vertellen) altijd goede verhalen.
De docent (vertellen) altijd goede verhalen.
Slide 18 - Open vraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd of voltooid deelwoord? Noteer de juiste werkwoordspelling.
Door de regen is het treinverkeer (ontregelen)
Door de regen is het treinverkeer (ontregelen)
Slide 19 - Open vraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd of voltooid deelwoord? Noteer de juiste werkwoordspelling.
Krishen heeft (beweren) dat Floris hem heeft (slaan).
Krishen heeft (beweren) dat Floris hem heeft (slaan).
Slide 20 - Open vraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd of voltooid deelwoord? Noteer de juiste werkwoordspelling.
India (bepalen) vandaag wat we gaan doen.
India (bepalen) vandaag wat we gaan doen.
