Voorkennis Tangens H10

C3G
Vrijdag 16 juni
Voorkennis Tangens
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

C3G
Vrijdag 16 juni
Voorkennis Tangens

Slide 1 - Tekstslide

Programma
-Voorkennis Tangens
-Samen een begin maken aan 10.1
-Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Activeren voorkennis nodig voor het kunnen gebruiken van de tangens.  

Slide 3 - Tekstslide

Herken de recht- hoekige driehoek. 
Het gebruiken van de tangens kan alleen als je een rechthoekige driehoek ziet. 
Stap 1 is dus het herkennen van een rechte hoek. 

Slide 4 - Tekstslide

Welke hoek is de rechte in driehoek ABC?
A
A
B
B
C
C

Slide 5 - Quizvraag

Welke hoek is de rechte in driehoek PQR?
A
P
B
Q
C
R

Slide 6 - Quizvraag

Herken de recht- hoekzijdes
Om goed de tangens te kunnen gebruiken moet je de rechthoekszijden kunnen benoemen. Dus stap 2: 
herken de rechthoekszijden. 
De rechthoekszijden zijn de zijden die de rechte hoek maken. De rode lijnen maken de rechte hoek. Dat zijn de rechthoekszijden.

Slide 7 - Tekstslide

Welke zijden zijn de rechthoekszijden in driehoek ABC?
A
AB en BC
B
BC en AC
C
AB en AC

Slide 8 - Quizvraag

Welke zijde is de lange of schuine zijde in driehoek ABC?
A
AB
B
BC
C
AC

Slide 9 - Quizvraag

Welke zijden zijn de rechthoekszijden in driehoek KLM?
A
KL en LM
B
LM en KM
C
KM en KL

Slide 10 - Quizvraag

Welke zijdes zijn de rechthoekszijden in driehoek PQR?
A
QR en PQ
B
PR en QR
C
PQ en PR

Slide 11 - Quizvraag

Welke zijde is de schuine zijde in driehoek PQR?
A
QR
B
PR
C
PQ

Slide 12 - Quizvraag

Herken de overstaande rechthoekszijde en de aanliggende rechthoekszijde
Nu je goed de rechthoekszijden kan benoemen gaan we verder naar stap 3. Om met de tangens een hoek of een zijde  te berekenen moet je weten welke rechthoekszijde de aanliggende rechthoek zijde is (a) en welke rechthoekszijde de overstaande rechthoekszijde (o) is. 

Vanuit hoek B gezien:
AB is de aanliggende rechthoekszijde (a)
AC is de overstaande rechthoekszijde (o)

tan hoek B = 

tan hoek B = 
aanliggenderechthoekszijdeoverstaanderechthoekszijde
abac

Slide 13 - Tekstslide

Zijde KL en LM zijn de rechthoekszijden. Welke van deze zijden is de overstaande rechthoekszijde als je hoek K zou willen berekenen?
A
KL
B
LM
C
KM

Slide 14 - Quizvraag

Zijde QR en PR zijn de rechthoekszijden. Welke van deze zijden is de overstaande rechthoekszijde vanuit hoek P?
A
QR
B
PR
C
PQ

Slide 15 - Quizvraag

Boek open op blz. 185
Gezamenlijk de testopgave maken!

Slide 16 - Tekstslide