T5 Kruisingen 2HV

Kruisingen
  • Jas uit
  • Spullen op tafel
       Leerwerkboek, schrift
  • Tas van tafel
timer
4:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt uit een verhaal conclusies trekken over het dominant/recessief zijn van een bepaald allel, OF het genotype van de ouders/kinderen
  •  Je kunt simpele kruisingen maken met een kruisingstabel om te bepalen welke genotypen mogelijk zijn bij het nageslacht van 2 ouders.
  • Je kunt kruisingstabellen gebruiken om een uitspraak te doen over de kans van het voorkomen van een bepaald geno- of fenotype bij het nageslacht van twee ouders.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kruisingen
  • Jas uit
  • Spullen op tafel
       Leerwerkboek, schrift
  • Tas van tafel
timer
4:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt uit een verhaal conclusies trekken over het dominant/recessief zijn van een bepaald allel, OF het genotype van de ouders/kinderen
  •  Je kunt simpele kruisingen maken met een kruisingstabel om te bepalen welke genotypen mogelijk zijn bij het nageslacht van 2 ouders.
  • Je kunt kruisingstabellen gebruiken om een uitspraak te doen over de kans van het voorkomen van een bepaald geno- of fenotype bij het nageslacht van twee ouders.

Slide 1 - Tekstslide

Een persoon is heterozygoot voor zijn oogkleur.
Zijn genotype voor deze eigenschap is?
A
AA
B
A of a
C
aa
D
Aa

Slide 2 - Quizvraag

Twee ouders met blond haar hebben een kind met bruin haar.
Het genotype van het kind is dan?
A
Aa
B
AA
C
aa

Slide 3 - Quizvraag

Kruisingen
Gebruik deze stappen:
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld
Twee ouders hebben een kind met blond haar. De vader is homozygoot en heeft bruin haar, en de moeder is homozygoot en heeft blond haar. Als deze ouders nog een kind krijgen, wat zijn dan de kansen dat dit kind bruin haar heeft?

Voer stappen 1, 2 en 3 uit.
stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld
Vader
Twee ouders hebben een kind met blond haar. De vader is homozygoot en heeft bruin haar, en de moeder is homozygoot en heeft blond haar. Als deze ouders nog een kind krijgen, wat zijn dan de kansen dat dit kind bruin haar heeft?

Moeder
stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag
Maak de kruisingstabel,
Maak hem zoals het voorbeeld.
Schrijf de ouders of hun namen erbij.

4

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
a
a
A
A
Vader
Twee ouders hebben een kind met blond haar. De vader is homozygoot en heeft bruin haar, en de moeder is homozygoot en heeft blond haar. Als deze ouders nog een kind krijgen, wat zijn dan de kansen dat dit kind bruin haar heeft?

Moeder
Stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag
Vul de mogelijke allelen van de ouders in
Deze haal je uit de genotypes. Elke letter van het genotype krijgt zijn eigen vak
5

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
a
a
A
Aa
Aa
A
Aa
Aa
Vader
Twee ouders hebben een kind met blond haar. De vader is homozygoot en heeft bruin haar, en de moeder is homozygoot en heeft blond haar. Als deze ouders nog een kind krijgen, wat zijn dan de kansen dat dit kind bruin haar heeft?

Moeder
stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag
Combineer allelen
Combineer de letters van beide ouders waar ze bij elkaar komen in de tabel
6

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
a
a
A
Aa
Aa
A
Aa
Aa
Vader
Twee ouders hebben een kind met blond haar. De vader is homozygoot en heeft bruin haar, en de moeder is homozygoot en heeft blond haar. Als deze ouders nog een kind krijgen, wat zijn dan de kansen dat dit kind bruin haar heeft?
Moeder
stappen
  • Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  • Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  • Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  • Maak een kruisingstabel
  • Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  • Combineer de allelen
  • Beantwoord de vraag
Alle mogelijke genotypen zijn heterozygoot, elk kind heeft blond haar. Er is 0% kans op bruin haar.
Beantwoord de vraag
7

Slide 9 - Tekstslide

En nu?
Kies:
  • Zelf oefenen met kruisingsvragen? Oefen in stilte
       Ga naar joinmyquiz.com en gebruik de code.
  • Meer uitleg nodig? We doen klassikaal nog een voorbeeld.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Twee ouders hebben beide blauwe ogen. Hun eerste kind heeft bruine ogen.
Hoe groot is de kans dat kinderen van deze ouders heterozygoot zijn voor oogkleur?


stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Twee ouders hebben beide blauwe ogen. Hun eerste kind heeft bruine ogen.
Hoe groot is de kans dat kinderen van deze ouders heterozygoot voor oogkleur?
Antwoord:
  1. Blauw en bruin zijn de mogelijke allelen
  2. Blauw is dominant, bruin is recessief
  3. Beide ouders zijn heterozygoot Aa, en hebben fenotype: blauw

stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Twee ouders hebben beide blauwe ogen. Hun eerste kind heeft bruine ogen.
Hoe groot is de kans dat kinderen van deze ouders heterozygoot voor oogkleur?
Antwoord:
  1. Blauw en bruin zijn de mogelijke allelen
  2. Blauw is dominant, bruin is recessief
  3. Beide ouders zijn heterozygoot Aa, en hebben fenotype: blauw
  4. >
  5. >

stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag
A
a
A
a
Moeder
Vader

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Twee ouders hebben beide blauwe ogen. Hun eerste kind heeft bruine ogen.
Hoe groot is de kans dat kinderen van deze ouders heterozygoot voor oogkleur?
Antwoord:
  1. Blauw en bruin zijn de mogelijke allelen
  2. Blauw is dominant, bruin is recessief
  3. Beide ouders zijn heterozygoot Aa, en hebben fenotype: blauw
  4. >
  5. >
  6. >

stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag
A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa
Moeder
Vader

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Twee ouders hebben beide blauwe ogen. Hun eerste kind heeft bruine ogen.
Hoe groot is de kans dat kinderen van deze ouders heterozygoot voor oogkleur?
Antwoord:
  1. Blauw en bruin zijn de mogelijke allelen
  2. Blauw is dominant, bruin is recessief
  3. Beide ouders zijn heterozygoot Aa, en hebben fenotype: blauw
  4. >
  5. >
  6. >
  7. 2 van de 4 mogelijke genotypen zijn heterozygoot.
        Dat betekent 50% kans.

stappen
  1. Welke vormen/allelen van de eigenschap zijn er?
  2. Welke vorm/allel is dominant/recessief?
  3. Wat zijn de geno- en fenotypes van de ouders?
  4. Maak een kruisingstabel
  5. Vul de mogelijke allelen van de ouders in
  6. Combineer de allelen
  7. Beantwoord de vraag
A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa
Moeder
Vader

Slide 15 - Tekstslide

En nu?
Kies:
  • Zelf oefenen met kruisingsvragen? Oefen in stilte
       Ga naar joinmyquiz.com en gebruik de code.
  • Meer uitleg nodig? We doen klassikaal nog een voorbeeld.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Opruimdienst
Vandaag zijn dit
  • Tafels leeg en recht
  • Stoelen aangeschoven
  • Grond vrij van afval

Slide 18 - Tekstslide