Speaking introduction

English



21-05-24
Miss Soekhoe
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

English



21-05-24
Miss Soekhoe

Slide 1 - Tekstslide

Who am I?
Miss Soekhoe 
Hogeschool Rotterdam 
English teacher 

Slide 2 - Tekstslide

Who are you?
Your name 
Your hobbies/something you like to do for fun

Slide 3 - Tekstslide

How are you?
How was your weekend?
Did you do anything fun?

Slide 4 - Tekstslide

Goal of today
At the end of this lesson, you know when and how to use formal and informal language.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Formal language

Slide 21 - Woordweb

Informal language

Slide 22 - Woordweb

Formal language
Formele taal is taal die je gebruikt in serieuze situaties. Het is beleefd en zakelijk.
- Je spreekt iemand aan met ‘u’.
- Je noemt iemand bij zijn achternaam.
- Je gebruikt beleefde taal.

Als jouw doelgroep bestaat uit mensen die je niet kent of die ouder dan jou zijn, dan gebruik je formele taal. Maar ook in zakelijke situaties spreek je formeel.  Voorbeelden hiervan zijn dat je bij de huisarts formeel spreekt, maar ook als je een presentatie geeft voor collega’s spreek je formeel.

Slide 23 - Tekstslide

Informal language
Informele taal is taal die je gebruikt in minder serieuze situaties. Het is losser en ongedwongen.
- Je spreekt iemand aan met ‘jij’.
- Je noemt iemand bij zijn voornaam.
- Je gebruikt gewone spreektaal.

Als je doelgroep bestaat uit vrienden, bekenden of leeftijdsgenoten dan gebruik je informele taal. Maar ook als je met een collega bij de koffieautomaat praat over een voetbalwedstrijd die je gezien hebt, praat je informeel. Omdat het gesprek tijdens een pauze is en je praat over een onderwerp uit je vrije tijd, kun je informeel spreken.

Slide 24 - Tekstslide

Your turn!
Go to Studiemeter, and open "Engels Compact".
A2: Speaking
Taak 3
Opdracht 3 
5 minutes


timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Brainstorm
Think about a subject within your future job. Something regarding health care.

Write down as many topics as you like. But be careful, you may only pick one.

Slide 26 - Tekstslide

Next week
You have a topic regarding health care 
Make a start on the presentation (in class)

Slide 27 - Tekstslide

Evaluation
What did you think of this lesson?
Did you learn anything new?

Slide 28 - Tekstslide

The end!

Slide 29 - Tekstslide