Sociale ongelijkheid

Sociale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid 
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
CultuurwetenschappenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Sociale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid 

Slide 1 - Tekstslide

Lesverloop
1. Wat is sociale ongelijkheid? 
--> definitie: 2 componenten 
2. Sociale ongelijkheid meten 

Slide 2 - Tekstslide

timer
3:00
Wat is voor jou sociale ongelijkheid?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Link

Definitie: Sociale ongelijkheid
Een situatie waarin                       tussen mensen in al dan niet                         kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke               en leiden tot een ongelijke                    van schaarse en hooggewaardeerde            , van waardering en                                            .
timer
4:00
verschillen
aangeboren
zaken
verdeling
positie
behandeling

Slide 5 - Sleepvraag

Ongelijke verdeling van bezit 
Sociaal kapitaal 
sociale relaties, netwerk van een persoon 
Cultureel kapitaal 
alle kennis, opleidingen en vaardigheden die een persoon bezit. 
Economisch kapitaal 
geld of direct inwisselbaar tot geld, Eigendommen.
ongelijke verdeling van bezit

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

timer
1:00
Cultureel kapitaal 
Economisch kapitaal 
Sociaal kapitaal 
Het gezin telt het geld dat ze in het weekend kunnen spenderen. 
huishuur betalen 
De jongens vertellen dat ze niet meer gepest zouden worden mochten ze meer geld hebben. 
De papa vertelt dat ze zich geen foliekes (extraatjes) kunnen permitteren. 
Extraatjes kunnen uitstapjes zijn naar pretparken, musea...  

Slide 8 - Sleepvraag

Neem jullie cursus op p 157. Lees individueel de casussen. Overleg daarna per twee over welk soort Kapitaal het hier gaat. Vervolgens zullen we ze klassikaal bespreken. 

Slide 9 - Tekstslide

timer
3:00
Maatschappelijke positie

Slide 10 - Woordweb

Maatschappelijke positie
= de plaats die je inneemt in de maatschappij en op de maatschappelijke ladder. 
De indeling van mensen hun maatschappelijke positie, bepaald door macht, status en inkomen, noemen we de maatschappelijke ladder.  

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Maatschappelijke positie wordt beïnvloed door: 
opleiding
woning / woonplaats
werk

Slide 13 - Tekstslide

Positietoewijzing
positieverwerving 
= Het proces van positietoewijzing verwijst
naar maatschappelijke oorzaken, waardoor een persoon of groep
op een bepaalde positie terechtkomt. 

Deze maatschappelijke oorzaken werken van buitenaf op een persoon of groep in. 


= Het proces van positieverwerving verwijst naar het verkrijgen van een maatschappelijke positie door de eigen bijdrage van een persoon of de groep waartoe hij behoort. 


Slide 14 - Tekstslide

Welke posities heb jij toegewezen gekregen?

Slide 15 - Open vraag

Welke posities heb jij zelf verworven?

Slide 16 - Open vraag

Sociale mobiliteit
= De mogelijkheid van individuen of
groepen om verandering aan te brengen
in hun maatschappelijke positie en te stijgen op de maatschappelijke ladder. 

Slide 17 - Tekstslide

Oefening: beroepen 

Slide 18 - Tekstslide

ongelijke verdeling van status 
ongelijke verdeling van status 
sociale status 
sociaal aanzien
verwijst naar de waardering van posities en overstijgt dus concrete individuen.

Is als het ware objectief van aard, je hebt er als positiebekleder geen impact op.
verwijst naar de waardering voor de persoon zelf.

komt tot stand vanuit een subjectieve waardering voor de manier waarop een individu zijn positie bekleedt.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Definitie
Een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden tot:
1. een ongelijk verdeling van hooggewaardeerde zaken (bezit) 
2. een ongelijk verdeling van waardering en behandeling (status). 

Slide 21 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid meten?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

bit.ly/socialeongelijkheidmeten

Slide 24 - Tekstslide

Inkomensongelijkheid: De ongelijke verdeling van het nationale inkomen over de bevolking

Vermogen: Dit is breder en gaat over iemands totale bezit aan geld en goederen.

Slide 25 - Tekstslide

Gini - Coëfficient / Gini - Index
* GC: Kijkt naar de verdeling van de inkomens in een land en geeft zo een beeld op de verdeling van de welvaart. 
--> een getal tussen  0 en 1 
0: iedereen heeft hetzelfde inkomen = perfecte gelijkheid
1: één persoon bezit het volledige het inkomen = onrealistische situatie

* GI: is de GC uitgedrukt in percentage en dus gelijk aan de GC maal 100 

Slide 26 - Tekstslide

Oefeningen in de cursus

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Inkomens en vermogensongelijkheid is een mix van: 
* kansen bij de geboorte (kansen ongelijkheid) 
* gemaakte keuzes 
* toeval 
--> gelijke kansen zijn moeilijk te meten  

Slide 30 - Tekstslide

Benoit startte met hogere studies 'communicatiewetenschappen' maar slaagde niet na een schooljaar opnieuw gestart te zijn. Hij ging deeltijds aan het werk om zijn studies om maatschappelijk werker te worden te betalen. Wanneer hij slaagt betalen zijn ouders zijn opleiding terug. Dit is een voorbeeld van:
A
positietoewijzing
B
armoede
C
sociaal aanzien
D
positieverwerving

Slide 31 - Quizvraag

Hoe meten we de sociale ongelijkheid in een land?
De verdeling van de inkomens in een land geeft een beeld over de verdeling van de welvaart.
kansenongelijkheid en inkomens- en vermogensongelijkheid worden los van elkaar gezien.
door de gini-coëfficiënt te berekenen.

Slide 32 - Poll

Justin is advocaat van beroep en heeft een hele drukke agenda. Waar staat Justin op de maatschappelijke ladder?
A
in het midden
B
laag
C
hoog
D
Hij heeft geen positie op de maatschappelijke ladder.

Slide 33 - Quizvraag

Femke zit niet goed in haar vel vanwege haar thuissituatie. dit zorgt ervoor dat ze haar afzondert en minder contacten heeft met haar studiegenoten. Echte goede vrienden heeft ze niet. Dit is een voorbeeld van:
A
sociaal kapitaal
B
cultureel kapitaal
C
economisch kapitaal
D
Van alle bovenstaande

Slide 34 - Quizvraag