6.2 Het gaat om de winst!

6.2 Het gaat om de winst!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

6.2 Het gaat om de winst!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag
  • Terugblik op de vorige les.
  • Leerdoelen voor vandaag.
  • Uitleg/instructie.
  • Bekijken van een filmpje.
  • Opdrachten maken in groepjes volgens nieuwe plattegrond.
  • Nakijken van opdrachten.
  • Afsluiten van de les.

Slide 2 - Tekstslide

- Schrijf twee van de vier productiefactoren op.
- Geef een voorbeeld van kapitaalintensief.
- Schrijf nog een begrip op die je weet van de vorige les.

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen
In deze les leer je
  • Wat de brutowinstopslag is en hoe je daarmee de verkoopprijs kunt berekenen.
  • Hoe je de consumentenprijs berekent.
  • Hoe je de btw vanuit de consumentenprijs berekent.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat betekent het volgende:
  • Wat is winst.
  • Wat is een verkoopprijs?
  • Wat is een consumentenprijs? Wie betaald deze?
  • Wat is BTW en waarom bestaat dit?

Slide 6 - Tekstslide

Brutowinstopslag en verkoopprijs
Een winkelier koopt producten in en verkoopt ze door voor een hogere prijs.

Hierdoor dekt de winkelier de kosten en maakt hij winst.


 

Slide 7 - Tekstslide

Verkoopprijs berekenen
  • De brutowinstopslag is een percentage (%) van de inkoopprijs.
  • De verkoopprijs kun je op twee manieren berekenen.

Slide 8 - Tekstslide

Btw en consumentenprijs
De winkelier heeft zijn verkoopprijs vastgesteld.

Daarbovenop betaalt de consument ook btw (belasting toegevoegde waarde).


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Consumentenprijs berekenen
De btw is 9% of 21% van de verkoopprijs.
 De verkoopprijs inclusief btw is de consumentenprijs.

Verkoopprijs = 100%
btw = 9%
Consumentenprijs = 109%

Slide 11 - Tekstslide

Consumentenprijs berekenen
Verkoopprijs = 100%
btw = 9%
Consumentenprijs = 109%

Verkoopprijs = €250






%
100
1
109
250

Slide 12 - Tekstslide

Consumentenprijs berekenen
Verkoopprijs = 100%
btw = 9%
Consumentenprijs = 109%

Verkoopprijs = €250






%
100
1
109
250
2,50
272,50

Slide 13 - Tekstslide

Verkoopprijs berekenen
Verkoopprijs = 100%
btw = 9%
Consumentenprijs = 109%

consumentenprijs  = €17






%
109
1
100
17
0,16
16

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Opdracht
  • §6.2: 2, 3, 4, 5, 8, 9, 11


Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten maken
Maak de opdrachten van leerstof 1, 2 en 3
§6.2

Plus en herhalingsopdrachten hoeven niet

Stiltemoment
Moet deze les af.
Stel vragen als je het niet begrijpt na het stiltemoment


timer
12:00

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiten van de les
Pak je Chromeboek en doe mee met de volgende vragen.

Slide 18 - Tekstslide

Brutowinst is voor een ondernemer essentieel om te blijven bestaan?
Waar
Niet waar

Slide 19 - Poll

Na de brutowinst worden de kosten en belastingen ervan afgehaald?
Waar
Niet waar

Slide 20 - Poll

BTW is belastbare toegevoegde waarde?
Waar
Niet waar

Slide 21 - Poll

9% BTW wordt op een tv doorbelast?
Waar
Niet waar

Slide 22 - Poll

Op groente en fruit hoef je geen BTW te betalen?
Waar
Niet waar

Slide 23 - Poll

Vandaag heb ik het volgende geleerd in de les. Noem 2 voorbeelden.

Slide 24 - Open vraag

Neem 1 begrip (voorbeeld BTW) en schrijf op wat het is. BTW mag niet meer gebruikt worden.

Slide 25 - Open vraag