Methodisch handelen, vraag in kaart brengen

Methodisch handelen
Zorgvraag in kaart brengen

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Methodisch handelen
Zorgvraag in kaart brengen

Slide 1 - Tekstslide

Vragen, bijzonderheden of opmerkingen vooraf?

Slide 2 - Tekstslide

Deze les:

  • planning
  • lesdoelen
  • herhaling vorige lessen
  • theorie vraagverheldering en PES
  • opdrachten
  • werken aan presentatie/ opdracht observatie


Slide 3 - Tekstslide

Planning:
2 juni: vraag in kaart brengen = vandaag
9 juni: doelen formuleren / opdracht observeren inleveren
16 juni: rapporteren
23 juni: evalueren en presenteren
30 juni: presenteren / inleveren opdracht Hulpvraag en doelen

Presenteren: zie groepsmap voor schema
 


Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Je kunt benoemen welke factoren het analyseren en interpreteren van observatiegegevens kan beïnvloeden. 
  • Je kunt beschrijven wat veelvoorkomende gezondheidsproblemen zijn bij de doelgroep zorgvragers of cliënten uit jouw beroepspraktijk
  • Je kunt beschrijven wat risicofactoren en beschermende factoren zijn.
  • Je kunt, aan de hand van een casus, actuele en potentiele hulpvragen of zorgvragen formuleren volgens de PES-structuur

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet je nog van vorige les?

Slide 6 - Woordweb

Gegevens verzamelen:
Bijvoorbeeld; anamnese, observeren, gesprekken met behandelaar/familie.
Je kijkt o.a. naar:
woon- en leefomstandigheden: Voelt de zorgvrager zich veilig in zijn woonruimte?
participatie: Heeft de zorgvrager genoeg mogelijkheden voor een sociaal leven met anderen en een zinvolle dagbesteding?
mentaal welbevinden en autonomie: Is er genoeg ruimte voor de zorgvrager om zelf te bepalen hoe hij leeft en zijn leven invult?
lichamelijk welbevinden en gezondheid: Kan de zorgvrager voor zichzelf zorgen op het gebied van ADL en het in stand houden van zijn gezondheid?

Slide 7 - Tekstslide

Doel van observeren is
A
inventariseren van zorgproblemen
B
verzamelen van informatie om antwoord op een vraag te vinden
C
gegevens verzamelen om te beslissen welke vervolgstappen er genomen worden

Slide 8 - Quizvraag

Mw. Bak heeft pijnklachten aan haar been. Onder welk aandachtsgebied schrijf je dit?
A
somatisch aandachtsgebied
B
algemene dagelijkse levensverrichtingen
C
psychisch aandachtsgebied
D
communicatief aandachtsgebied

Slide 9 - Quizvraag

SAMPC staat voor 5 aandachtsgebieden:

Somatisch aandachtsgebied: pijn, voedingstoestand, medicatie
Algemene dagelijkse levensverrichtingen: eten, drinken, wassen
Maatschappelijk aandachtsgebied: wonen, relaties, mantelzorg
Psychisch aandachtsgebied: cognitief, normen en waarden, zingeving
Communicatief aandachtsgebied: taalgebruik, visus, gehoor

Slide 10 - Tekstslide

Je gaat cliënt B observeren. Welke vragen stel je jezelf? Wat wil je weten/ ga je doen?

Slide 11 - Open vraag

Gerard heeft een fijne ochtend gehad. Hij kreeg bezoek van zijn ouders en broer.
A
objectief
B
subjectief

Slide 12 - Quizvraag

Welke gezondheidsproblemen kom jij tegen in de praktijk?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Vraagverheldering en Hulpvraag
Na gegevens verzamelen door intake/ anamnesegesprek en observatie ga je wensen, ondersteuningsbehoeften en/ of vragen inventariseren.

Als het niet lukt de vraag boven tafel te krijgen (weinig inzicht, door beperking, niet realistisch) vraag naar de gewenste situatie. 

Jouw taak is de werkelijke vraag te achterhalen. 
Formuleer vanuit het perspectief van de cliënt.
Dus begin met: Help mij...., ondersteun mij...., geef mij...., begeleid mij... enz.


Slide 15 - Tekstslide

Beschermende of positieve factoren maken de kans op een probleem kleiner. Een oudere zorgvrager die veel steun in zijn omgeving krijgt, heeft een kleinere kans op een depressie dan een oudere zorgvrager die eenzaam is.
Beschermende factoren kun je niet altijd beïnvloeden, maar je kunt ze wel versterken of stimuleren.

Een risicofactor maakt de kans op een probleem groter. Een zorgvrager van 70 jaar of ouder heeft bijvoorbeeld een grotere kans op het doormaken van een delier dan een 40-jarige zorgvrager. Sommige risicofactoren kun je niet beïnvloeden, zoals de leeftijd van de zorgvrager. Aan andere risicofactoren kun je wel iets doen, zoals losse kleedjes in de huiskamer.

Beschermende factoren en risicofactoren

Slide 16 - Tekstslide

Probleemanalyse

  • Wat kan iemand niet
  • wat is de oorzaak hiervan
  • Wat zijn de verschijnselen van het probleem zijn
  • Wie het probleem heeft
  • In hoeverre het probleem oplosbaar lijkt
  • In hoeverre is er sprake van een 'echt' probleem of een 'ervaren' probleem?

Hulpmiddel voor het maken van de probleemanalyse is de PES formule




Slide 17 - Tekstslide

PES formule is een hulpmiddel

Slide 18 - Tekstslide

Sinds het overlijden van zijn echtgenote is dhr. eenzaam en zit steeds meer in een sociaal isolement.
Hij vermagerd, zijn broeken zitten los rond zijn middel.
Dhr. is 4 kg afgevallen.
Wat zijn de symptomen? Dus de verschijnselen, signalen en kenmerken?

Slide 19 - Open vraag

Sinds het overlijden van zijn echtgenote is dhr. eenzaam en zit steeds meer in een sociaal isolement.
Hij vermagerd, zijn broeken zitten los rond zijn middel.
Dhr. is 4 kg afgevallen.
Wat is de oorzaak en wat het probleem?

Slide 20 - Open vraag

P:   Dhr. is 4 kg afgevallen.
E:   Dhr. zit in een sociaal isolement
S:   Dhr. is vermagerd, zijn broeken zitten los.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Stella heeft haar broertje geholpen met het maken van een vogelhuisje van hout. Stella geeft aan dat ze pijn heeft. Haar vinger is gevoelig en rood.  Er steekt een splinter uit. 

P Probleem: het probleem van de zorgvrager
E Etiologie: de oorzaak van het probleem
S Symptomen: de klachten of verschijnselen die je ziet
Oefenen... schrijf op wat is de PES?

Slide 23 - Tekstslide

Wat is hier het probleem?
A
Pijn
B
Splinter
C
rode vinger
D
gevoelig en rood

Slide 24 - Quizvraag

Voor een goede formulering van een zorgprobleem gelden de volgende regels:
Formuleer een zorgprobleem altijd vanuit de zorgvrager. 
Als verzorgende/ begeleider ben jij weliswaar de persoon die het probleem constateert, maar het is het probleem van de zorgvrager. 
Het gaat dus om een onwenselijke situatie voor de zorgvrager.
Een hulpmiddel kan zijn om de formulering van een zorgprobleem te beginnen met: 
De zorgvrager heeft / is / wil / kan ...

Probleemformulering:

Slide 25 - Tekstslide

Nog eentje dan...
Mw. in t Veld is gespannen voor de uitslag van het onderzoek aan haar longen.  Ze slaapt slecht. Overdag reageert ze geïrriteerd op normale gebeurtenissen. 

Wat is de PES? 

Slide 26 - Tekstslide

Schrijf het zorgprobleem op:

Slide 27 - Open vraag

1 of 2 woorden over deze les...?

Slide 28 - Woordweb

Volgende les: doelen formuleren
Lees stap 4: formuleer doelen
 uit het boek: Zo maak je een ondersteuningsplan.
Inleveren: observatieopdracht

Slide 29 - Tekstslide

Werken aan opdrachten
In je groepje de presentatie opdracht 
of
observatieopdracht

Slide 30 - Tekstslide