Week 19 - voorbereiden boekenparade

Week 19/20: voorbereiden boekenparade
Leerdoelen: 
  • Ik kan een beschrijving geven van één van de hoofdpersonages uit mijn gekozen boek. 
  • Ik kan het thema van het gekozen boek benoemen. 
  • Ik kan zelf een beargumenteerd oordeel geven over de gebeurtenissen, opbouw en taalgebruik in het boek.  


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Week 19/20: voorbereiden boekenparade
Leerdoelen: 
  • Ik kan een beschrijving geven van één van de hoofdpersonages uit mijn gekozen boek. 
  • Ik kan het thema van het gekozen boek benoemen. 
  • Ik kan zelf een beargumenteerd oordeel geven over de gebeurtenissen, opbouw en taalgebruik in het boek.  


Slide 1 - Tekstslide

Maak één zin met een van de woorden uit de afbeelding hiernaast.

Slide 2 - Open vraag

Maak één zin met een van de woorden uit de afbeelding hiernaast.

Slide 3 - Open vraag

BOEKENPARADE

Slide 4 - Tekstslide

De opdracht: 
Tijdens de boekenparade presenteren jullie in duo's twee boeken die jullie dit jaar gelezen hebben. Je kiest hiervoor allebei één boek uit. 

Jullie presentatie wordt ondersteunt door een poster. 

Slide 5 - Tekstslide

De poster 
Op de poster zien we de volgende onderdelen terug:

  • Titel
  • Hoofdpersonage
  • Perspectief
  • Ruimte
  • Je mening - wat vind je van het boek en waarom





Slide 6 - Tekstslide

De presentatie: 

Slide 7 - Tekstslide

Tip: 
Bedenk een pakkende titel waarmee je al een beetje verklapt wat jullie van de boeken vinden. 

Slide 8 - Tekstslide

Tip: 
Gebruik de antwoorden die je hebt gegeven in de LessonUp van week 14, 15 en 16 en verwerk deze in je presentatie en op je poster!

Slide 9 - Tekstslide

Personage 
  • Vond je de personages in het verhaal geloofwaardig en goed beschreven?
  • Kon je je goed inleven in de hoofdpersoon?
  • Herkende je bepaalde gedachten, emoties of gedrag?
  • Vond je bepaalde personen sympathiek of minder sympathiek?  


Slide 10 - Tekstslide

Spanning: perspectief

  • Hoe kon je je inleven in de hoofdpersoon van jouw boek?
  • Was er sprake van emotionele spanning of intellectuele spanning? Hoe herkende je dat?
  • Heb je kunnen achterhalen wat het vertelperspectief van jouw boek is? Kun je dit 'aantonen' met een zin uit je boek? 


Slide 11 - Tekstslide

Spanning: ruimte
  • Hoe werd de ruimte in jouw boek beschreven? kan het een echte plek zijn of is het een verzonnen plek?
  • Welke voorwerpen, geluiden, weer en seizoenen, tijdperken, culturen worden beschreven? 
  • Komt de ruimtebeschrijving vaak overeen met de situatie? Of is hij vaak tegengesteld?

Slide 12 - Tekstslide

SUCCES! 
C) Taalgebruik
  • Vond je het taalgebruik moeilijk of gemakkelijk; leuk, mooi of grappig?
  • Was het taalgebruik beeldend: kon je voor je zien wat de schrijver bedoelde?
  • Wat vond je van de gesprekken of beschrijvingen?  

Slide 13 - Tekstslide