Les heures

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Les heures

Aan het einde van de les, 

• ken jij de kloktijden in het Frans: de hele uren, halve en kwart
• weet jij het verschil tussen 12 uur 's middags en 12 uur 's nachts in het Frans

Het is ... 

Wanneer je in het Frans wilt zeggen hoelaat het is zeg je altijd: 

• Il est ...  = Het is ...

Dus:

• Het is 3 uur =il est trois heures
• Het is 4 uur = il est quatre heures
  Let op 12 uur 's middags en 's avonds hebben een ander woord:
• Het is 12 uur 's middags = il est midi
  
• Het is 12 uur 's nachts = il est minuit

Les heures

In het Frans gaan de kloktijden iets anders dan in het Nederlands. 
Je noemt eerst het hele uur, Dus: 
Il est cinq heures
En daarna de minuten: Il est cinq heures dix = 5u10

Il est 6 heures moins dix = Het is tien voor 6

Les heures

Dus nog even ter herhaling: 

Voor het halve uur tellen ze vooruit...

- 5 over 1 = 1 uur + 5 (une heure cinq)

- 10 over 1 = 1 uur + 10 (une heure dix)

- 10 voor half 2 = 1 uur + 20 (une heure vingt)

- 5 voor half 2 = 1 uur + 25 (une heure vingt-cinq)

Les heures

 Na het halve uur gaan ze terugtellen...

- 5 over half 2 = 2 uur - 25 (deux heures moins vingt-cinq)

- 10 over half 2 = 2 uur - 20 (deux heures moins vingt)

- 10 voor 2 = 2 uur - 10 (deux heures moins dix)

- 5 voor half 2 = 2 uur - 5 (deux heures moins cinq)

Traduis:
1. Het is 12 uur 's middags.
2. Het is kwart over 12 's nachts
3. Het is kwart half 1 's nachts.
4. Het is kwart voor 12 's middags.

Combine l'heure avec le bon horloge

Il est une heure

Il est une heure et quart

Il est une heure moins le quart

Il est une heure et demie

Traduis:
1. Het is vijf uur. 3. Het is half 6.
2. Het is kwart over 5. 4. Het is kwart voor 6.

Weet je het nog? 

- Wanneer het 12 uur is zeg je in Het Frans niet 'Il est douze heures.

- Er is een verschil tussen 12 uur 's middags en 12 uur 's nachts. 

Attention! Het is half 1  

1. Il est midi/minuit et demi 

Il est minuit

Il est douze heures

Il est midi

Combine l'heure avec la description

01h05

01h10

01h20

01h25

01h35

01h40

01h50

01h55

Il est une heure cinq 

Il est une heure dix

Il est une heure vingt

Il est une heure vingt-cinq

Il est deux heures moins cinq

Il est deux heures moins dix

Il est deux heures moins vingt

Il est deux heures moins vingt-cinq

Traduis:
1. Het is 10 over 8. 3. Het is 5 over half 9.
2. Het is 10 voor half 9 4. Het is 5 voor 9.

Is het in het verleden/heden/toekomst gebeurd? Sleep de zinnen naar het juiste vakje.

Présent

Passé composé

Futur proche

Il est huit heures et demie. Je regarde la télé.

À neuf heures vingt, je vais aller à l'école.

À sept heures moins vingt, j'ai fait du foot avec mes amis.

À huit heures moins dix, j'ai mangé un croissant.

Il est midi et quart. je rentre de l'école.

Une journée dans ton journal 

• Je gaat een verhaal schrijven in je dagboek (ton journal)
  
  
• Réponds aux questions:
  1. Quelle heure est-il maintenant?
  2. Qu'est ce que tu as déjà fait aujourd'hui?
  
  
• Geef bij elke gebeurtenis aan hoe laat het was (zie vorige dia)
• Gebruik maximaal 2 keer hele/halve/kwarturen! 
•  Schrijf 1 zin per vraag 
  
  
• Typ de zinnen op de volgende dia!
  

Mercredi le 10 juin 2020