In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Les 1 Lesdoel
Je weet wat een legenda is
Je wat statistiek is
Je weet wanneer je een telling mag gebruiken Je weet wanneer je een steekproef moet gebruiken Je weet wanneer een onderzoek representatief is
Slide 1 - Tekstslide
Wat is statistiek
Het verzamelen van gegevens. Deze gegevens vervolgens sorteren, conclussies trekken en de gegevens beknopt weergeven.
Slide 2 - Tekstslide
Gegevens verzamelen
Je kunt op verschillende manieren gegevens verzamelen. 1. Telling 2. Steekproef
Slide 3 - Tekstslide
Telling
Informatie kun je tellen:
-Gemeente: geboortes, sterfgevallen...
-Scholen: 3e klas leerlingen, dyslecten...
-Aantal 15 jarige in Nederland.. -Mensen met bruine ogen
Slide 4 - Tekstslide
Steekproef
Informatie verzamelen
vb. Hoeveel mensen gebruiken er social media in NL?
Je vraagt dan een klein deel van NL om zijn mening
Slide 5 - Tekstslide
Steekproef voorwaarden
De steekproef moet representatief zijn
-mannen en vrouwen
-jong en oud
-alle provincies
-autochtoon en allochtoon
-juiste verhouding
Doe je dit dan heb je een representaiteve steekproef
Slide 6 - Tekstslide
Samen maken test opgave blz 174
Huiswerk 4.1: opg 4 t/m 10
Huiswerk 4.2: t/m 18
Slide 7 - Tekstslide
Er is onderzoek gedaan onder 3 miljoen jongeren uit alle provincies over telefoon gebruik. Conclusie: Nederlanders gebruiken te veel hun telefoon.
Is dit een representatieve steekproef?
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quizvraag
Je wilt weten hoeveel leden de voetbalclub heeft, wat gebruik je dan?
A
Telling
B
Steekproef
Slide 9 - Quizvraag
52% van de Nederlanders haat vroeg opstaan blijkt uit een onderzoek van 1 miljoen Nederlanders verhoudingsgewijs verdeeld uit elke provincie en bevolkingsgroep.
Is dit een representatieve steekproef?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
Er is onderzoek gedaan bij 80.000 ouderen in een verzorgingstehuis in Zeeland. Conclusie: 90% van de ouderen in een verzorgingstehuis zijn eenzaam.
Is dit een representatieve steekproef?
A
ja
B
nee
Slide 11 - Quizvraag
Je wilt weten hoeveel Nederlanders geen mosterd lusten, wat gebruik je dan?
A
Telling
B
Steekproef
Slide 12 - Quizvraag
Er is onderzoek gedaan bij mensen met kinderen. Conclusie: 65% van de ouders vinden het 1e jaar van een kind het minst leuk. Onderzocht bij 500.000 ouders verhoudingsgewijs verdeeld uit elke provincie en bevolkingsgroep.
Is dit een representatieve steekproef?
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quizvraag
Je wilt weten hoeveel paar schoenen alle meiden uit de klas hebben, wat gebruik je dan?
A
Telling
B
Steekproef
Slide 14 - Quizvraag
4.2 centrummaten
Gemiddelde :
1. turven
2. gemiddelde
3. gewogen gemiddelde
4. mediaan
5. modus
Slide 15 - Tekstslide
Gemiddelde
gemiddelde van een serie getallen
gewogen gemiddelde (bv je proefwerkcijfers en SEcijfers)
gemiddelde uit een frequentietabel
gemiddelde uit een frequentietabel met klassen
Slide 16 - Tekstslide
Gemiddelde
Wat is het gemiddelde van deze frequentietabel?
Slide 17 - Tekstslide
Wat is het gemiddelde cijfer van Anja?
A
5,6
B
6,5
C
6,6
D
5,5
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het gemiddelde?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 19 - Quizvraag
Bereken het gemiddelde cijfer
A
6.0
B
5,6
C
5,7
D
5,3
Slide 20 - Quizvraag
Gewogen gemiddelde
Slide 21 - Tekstslide
Gewogen gemiddelde
Slide 22 - Tekstslide
Wat is hier het gewogen gemiddelde?
Slide 23 - Open vraag
wat is het gewogen gemiddelde?
Slide 24 - Open vraag
Les 2 centrummaten
(gewogen gemiddelde, modus, mediaan)
Slide 25 - Tekstslide
groepsindeling
groep 1: Samir, Nihayet, Safara, Djaro.
groep 2: Noortje, Fabiënne, Ben, Boris.
groep 3: Sten, Joren, Gaia, Azize.
groep 4: Stan, Jesse, Tess, Kirsten.
groep 5: Mikey, Trevor, Simeon.
Slide 26 - Tekstslide
Gewogen gemiddelde
Slide 27 - Tekstslide
Laat de berekening zien hoe je aan het gewogen gemiddelde komt.
Slide 28 - Woordweb
Turftabel + frequentietabel
Slide 29 - Tekstslide
gemiddelde bij een frequentietabel
bij een frequentietabel
opg.
temp.
freq.
10
4
11
2
12
5
13
2
14
5
15
2
Slide 30 - Tekstslide
Turftabel
frequentietabel
Slide 31 - Tekstslide
Bereken het gemiddelde aantal fietsen die de leerlingen thuis hebben staan.
A
153
B
0,9
C
30
D
5,1
Slide 32 - Quizvraag
Vraag 14
Bereken de gemiddelde lengte met behulp van de klassemiddens.