Herhaling H4 Statistiek

Gemiddelde, modus en mediaan
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gemiddelde, modus en mediaan

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Hoofdstuk 4

- Je weet wat tellingen en steekproeven zijn
- Je kunt het gemiddelde berekenen van een aantal waarden (bijvoorbeeld je wiskundecijfer)
- Je kunt verschillende grafieken en diagrammen aflezen


Slide 2 - Tekstslide

Informatie verzamelen


Gegevens verzamelen kan op verschillende manieren:
1. Telling

2. Steekproef



Bedenk een voorbeeld van een telling en een steekproef 

timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Telling

Sommige informatie kun je tellen:

-Gemeente: geboortes, sterfgevallen, aantal 15-jarigen in Nederlands

-Scholen: aantal 3e klas leerlingen


Slide 4 - Tekstslide

Steekproef


vb. Wat vinden mensen van social media?


Je vraagt dan een klein
deel van NL om zijn/haar mening

Slide 5 - Tekstslide

Steekproef voorwaarden

De steekproef moet representatief zijn, denk aan:

-mannen en vrouwen

-jong en oud

-alle provincies

-autochtoon en allochtoon

-juiste verhouding



Slide 6 - Tekstslide

Je wilt weten hoeveel leden de voetbalclub heeft, wat gebruik je dan?
A
Telling
B
Steekproef

Slide 7 - Quizvraag

Je wilt weten hoeveel Nederlanders geen mosterd lusten, wat gebruik je dan?
A
Telling
B
Steekproef

Slide 8 - Quizvraag

Je wilt weten hoeveel paar schoenen alle meiden uit de klas hebben, wat gebruik je dan?
A
Telling
B
Steekproef

Slide 9 - Quizvraag

Er is onderzoek gedaan onder 3 miljoen jongeren uit alle provincies over telefoongebruik.
Conclusie: Nederlanders gebruiken te veel hun telefoon.

Is dit een representatieve steekproef?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Wat hoort waarbij?
Het getal dat het meest voorkomt
Het middelste waarnemingsgetal.
Som van de getallen gedeeld door het aantal getallen.
Gemiddelde
Mediaan
Modus

Slide 11 - Sleepvraag

Gewogen gemiddelde
cijfers tellen niet even zwaar mee,
maar hebben een "gewicht"

denk aan je rapportcijfer!

voorbeeld: 5.0 (3x), 6.2 (2x) en 8.1 (1x)
Hoe bereken je nu het cijfer? 

Slide 12 - Tekstslide

Bereken het gemiddelde cijfer van de klas en rond af op 1 decimaal

Slide 13 - Open vraag

Welk cijfer krijgt Anke
op haar rapport?
Rond af op één decimaal

Slide 14 - Open vraag

Hoeveel leerlingen hebben 2700 meter gelopen?
A
2
B
4
C
5
D
9

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de modus?

Slide 16 - Open vraag

Wat is de modus?

Slide 17 - Open vraag

Wat is de mediaan?

Slide 18 - Open vraag

Geef van de volgende getallen de mediaan en de modus:
1,2,2,2,3,3,4,4,5,6,7,7,8,9,9,9,9
A
Mediaan: 6 Modus: 2
B
Mediaan: 5 Modus: 9
C
Mediaan : 5 Modus: geen
D
Mediaan: 6 Modus: 9

Slide 19 - Quizvraag

Wat is hier de mediaan?
9, 3, 11, 12
A
7
B
10
C
11
D
Er is geen mediaan

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de modus?
A
7
B
8
C
7 en 8
D
Er is geen modus

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de mediaan?
A
6,5
B
7
C
7,5
D
8

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel jongeren
geven minstens
25 euro uit?
A
20
B
25
C
50
D
300

Slide 23 - Quizvraag



Wat is de mediaan?
A
15
B
25
C
30
D
45

Slide 24 - Quizvraag

Hoeveel jongeren
geven 15 euro of
minder uit?
A
10
B
25
C
150
D
250

Slide 25 - Quizvraag

Diagrammen lezen



Tips:

- Bekijk het hele diagram
- Kijk naar wat er bij de assen staat
- Kijk naar de legenda en de titel

Slide 26 - Tekstslide

Waar gaat het
gestapelde staaf
diagram over?

Slide 27 - Open vraag

Waarom zijn
de staven even
lang?

Slide 28 - Open vraag

Hoeveel procent van de tijd op
social media van sportinstellingen
gaat via Facebook?

Slide 29 - Open vraag

Afsluiting
Hoofdstuk 4 (kort)
- Je weet wat tellingen en steekproeven zijn
- Je kunt het gemiddelde berekenen van een aantal waarden
- Je kunt de modus en mediaan berekenen van een reeks gegevens
- Je kunt verschillende grafieken en diagrammen lezen, waaronder een boxplot



Succes!

Slide 30 - Tekstslide