Vraag 8 Hoe kan het dat in een gewricht met artrose er toch ontstekingsverschijnselen optreden?
Slide 9 - Open vraag
Vraag 9: Waar of niet waar: Fibromyalgie is een vorm van ontstekingsreuma (artritis).
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Verklaring antwoord vraag 9
Niet waar. Fibromyalgie is weke delen reuma. Fibromyalgie betreft chronische pijn in spieren en bindweefsel. Vaak gaat deze pijn samen met stijfheid, vermoeidheid, slaapstoornissen en stemmingswisselingen.
Slide 11 - Tekstslide
Vraag 10 Waar of niet waar: Osteoporose is geen reuma. Verklaar je antwoord.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Verklaring antwoord vraag 10
Niet waar: osteoporose hoort tot de reumatische aandoeningen en is 1 van de vele reumatische aandoeningen die vallen onder de verzamelnaam reuma.
Slide 13 - Tekstslide
Vraag 11
Mevrouw Krijtjes, 81 jaar, is in huis gevallen doordat ze haar evenwicht verloor. Ze ligt op de grond en is niet meer in staat op te staan doordat haar linkerheup veel pijn doet. Haar man vertrouwt het niet en belt 112. Tijdens het onderzoek ligt het linkerbeen naar buiten gedraaid.
Slide 14 - Tekstslide
a. Mevrouw heeft vermoedelijk haar heup gebroken (collumfractuur). Waar blijkt dat uit?
Slide 15 - Open vraag
b. Wat is de relatie tussen osteoporose en een collumfractuur?
Slide 16 - Open vraag
c. Waaruit bestaat de behandeling van een heupfractuur?
Slide 17 - Open vraag
Vraag 12 Osteoporose komt veel vaker voor bij vrouwen en er bestaat een verhoogd risico na de overgang. Waarom is er een verhoogd risico na de overgang?
Slide 18 - Open vraag
Vraag 13 Bij artrose ontstaan beschadigingen aan het kraakbeen. Deze beschadigingen aan het kraakbeen herstellen slecht tot niet, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een fractuur van het bot. Verklaar dit gegeven.
Slide 19 - Open vraag
Vraag 14
Meneer Kras, 68 jaar, heeft pijn in zijn lies. In de loop van de jaren is het erger geworden en sinds een paar weken is de pijn continu aanwezig. De pijn straalt uit naar zijn bil en bovenbeen. ’s Ochtends of na een tijdje stilzitten moet het lopen als het ware op gang komen en voelt hij zich erg stijf. Daardoor is meneer Kras ook een stuk minder gaan bewegen. Hij merkt dat hij daardoor ook minder sterk in zijn benen is geworden. Fietsen, schoenen aantrekken, bukken, lopen en vooral ook traplopen gaan heel moeizaam en meneer merkt ook dat hij angstiger wordt om te vallen. Zijn bed staat inmiddels beneden.
Slide 20 - Tekstslide
a. Wat is hier vermoedelijk aan de hand? Verklaar je antwoord.
Slide 21 - Open vraag
b. De behandeling zal van deze aandoening zal in eerste instantie conservatief zijn. Waaruit bestaat dit deel van de behandeling?
Slide 22 - Open vraag
c. Als de klachten het dagelijks leven ernstig beïnvloeden zoals bij meneer Kras, kan een operatieve ingreep uitkomst bieden. Wat is die operatieve ingreep? Geef een korte beschrijving.
Slide 23 - Open vraag
d. Waarom starten ze eerst met een conservatieve behandeling en wordt er pas geopereerd als de conservatieve behandeling niet voldoende helpt?
Slide 24 - Open vraag
e. De eerste drie maanden is de kans het grootst dat de complicatie luxatie optreedt. Waarom?
Slide 25 - Open vraag
Vraag 15 Mensen met fibromyalgie hebben last van chronische pijn in spieren en bindweefsel. Dit gaat veelal gepaard met vermoeidheid, stijfheid, slaapstoornissen en stemmingswisselingen. Er zijn geen aantoonbare afwijkingen in de spieren, het bindweefsel of elders in het lichaam te vinden. Hoe wordt fibromyalgie dan vastgesteld?