tweedegraads vergelijkingen
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Werk haakjes uit:
(x+3)(x+7)
(x+3)(x+7)
A
x2+3x+21
B
x2+10x+21
C
x2+7x+3
D
x2+21x+10
Slide 2 - Quizvraag
werk haakjes uit
(x-4)(x+5)
(x-4)(x+5)
A
x2+x+20
B
x2−9x+1
C
x2−x+20
D
x2+x−20
Slide 3 - Quizvraag
Los op:
(x+1)2=25
Slide 4 - Open vraag
ontbind in factoren:
x2+8x+15
A
(x-3)(x+5)
B
(x-3)(x-5)
C
(x+3)(x+5)
D
(x+3)(x-5)
Slide 5 - Quizvraag
ontbind in factoren
x3+3x2−4x
A
x(x-4)(x+1)
B
x(x+4)(x+1)
C
x(x+4)(x-1)
D
x(x-4)(x-1)
Slide 6 - Quizvraag
los op:
2x(x2−4)=0
A
x=0
B
x=o of x=2
C
x=0 of x=4
D
x=0 of x=-2 of x=-2
Slide 7 - Quizvraag
los op :
(x-9)(x+8)=0
(x-9)(x+8)=0
A
x=-9 of x=-8
B
x=-8
C
x=9 of x=-8
D
kan niet
Slide 8 - Quizvraag
los op:
x2+10=0
A
x=√10
B
x=√−10
C
x=−√10ofx=√10
D
kan niet
Slide 9 - Quizvraag
Voor de discriminant in de abc-formule geldt:
D=b2−4ac
A
waar
B
niet waar
C
geen idee
Slide 10 - Quizvraag
Schrijf de abc-formule op
(schrijf op en upload foto)
(schrijf op en upload foto)
Slide 11 - Open vraag
Los op:
x4+6x2−4=3x2
Slide 12 - Open vraag
Schets de grafiek van
f(x)=−2(x+3)4+1
