vendredi, le 22 mars

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
quizizz
parler
grammaire C
devoirs

Slide 2 - Tekstslide

Objectifs
Ik kan het bijvoeglijk naamwoord op de juiste manier gebruiken in het Frans.

Uitbreiding woordenschat:
Ik kan korte teksten begrijpen die gaan over hobby/vrije tijd.




Slide 3 - Tekstslide

quizizz
join.quizizz.com
889617
Log in met je eigen naam.

Slide 4 - Tekstslide

parler
réponds aux questions en phrases complètes

Slide 5 - Tekstslide

l'adjectif qualificatif
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over dingen of personen, bijv: de blauwe auto

Slide 6 - Tekstslide

l'adjectif qualificatif
In het Frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan aan het zelfstandig naamwoord:

le grand homme
la grande femme
deux grands hommes
deux grandes femmes

Slide 7 - Tekstslide

l'adjectif qualificatif
In een schema ziet dat er alsvolgt uit:

mnl ev               -
vrl ev                  + e
mnl mv              + s
vrl mv                 + es

Slide 8 - Tekstslide

l'adjectif qualificatif
De volgende uitgangen hebben een onregelmatige vrouwelijke vorm:
-on              :       bon / bonne / bons / bonnes
-en              :       italien / italienne / italiens / italiennes
-eux            :       amoureux / amoureuse / amoureux / amoureuses
-f                  :        actif / active / actifs / actives
-er               :        premier / première / premiers / premières

Slide 9 - Tekstslide

l'adjectif qualificatif
Bijna alle bvnw-en staan achter het zelfstandig naamwoord.  De volgende staan er echter vóór :
jong        jeune                     oud          vieux/vieille      
mooi      joli(e)                      klein        petit(e)
mooi      beau/belle            dik           gros/grosse
goed      bon(ne)                  slecht     mauvais(e)
groot      grand(e)                nieuw      nouveau/nouvelle
lang        long/longue         hoog       haut(e)

Slide 10 - Tekstslide

C'est une .... maison
A
beau
B
belle
C
beaux
D
belles

Slide 11 - Quizvraag

Tu as un ... vélo?
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 12 - Quizvraag

J'ai deux cousines ...
A
italien
B
italienne
C
italiens
D
italiennes

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal:
de blauwe deur

Slide 14 - Open vraag

vertaal:
het kleine meisje (=la fille)

Slide 15 - Open vraag

vertaal:
Ik heb een nieuwe rode fiets. (le vélo)

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

devoirs
leren B E
maken 19 t/m 23
klaar?  -> Chapitre 4:  16  
                          Chapitre 5:  8 t/m 11

Slide 18 - Tekstslide

Objectifs
Ik kan het bijvoeglijk naamwoord op de juiste manier gebruiken in het Frans.

Uitbreiding woordenschat:
Ik kan korte teksten begrijpen die gaan over hobby/vrije tijd.




Slide 19 - Tekstslide

hobby
vrienden

Slide 20 - Woordweb