Bronnen
1 / 21
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van monniken en ridders
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van burgers en stoommachines
D
Tijd van Grieken en Romeinen
Slide 3 - Quizvraag
Er zijn in totaal 10 tijdvakken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
In 1492 ontdekt Columbus Amerika.
Bij welk tijdvak hoort deze gebeurtenis?
Bij welk tijdvak hoort deze gebeurtenis?
A
Tijd van pruiken en revoluties.
B
Tijd van ontdekkers en hervormers.
C
Tijd van regenten en vorsten.
D
Tijd van monniken en ridders.
Slide 5 - Quizvraag
Een andere naam voor de tijd van jagers en boeren is
A
Oudheid
B
Prehistorie
C
Middeleeuwen
Slide 6 - Quizvraag
In welk tijdvak hoort deze afbeelding thuis?
A
Tijd van jagers en boeren
B
Tijd van Grieken en Romeinen
C
Tijd van monniken en ridders
D
Tijd van steden en staten
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
primaire bronnen
Secundaire bronnen
Slide 15 - Sleepvraag
Zijn de bronnen uit de prehistorie geschreven of ongeschreven?
A
Geschreven
B
Ongeschreven
Slide 16 - Quizvraag
Wat voor soort
bronnen zijn dit?
bronnen zijn dit?
A
Geschreven bronnen
B
Ongeschreven bronnen
Slide 17 - Quizvraag
Geschreven bronnen zijn altijd betrouwbaarder dan ongeschreven bronnen.
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 18 - Quizvraag
Je hebt twee soorten bronnen: geschreven en ongeschreven.
Wat is een geschreven bron
Wat is een geschreven bron
A
Een brief aan de koning
B
Een fuik
C
een speer
D
een kip
