Bronnen

Historische bronnen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Historische bronnen

Slide 1 - Tekstslide

succescriteria
SC 1 : Ik deel historische bronnen op in:
  • Geschreven
  • ongeschreven bronnen
  1. (audio)visueel
  2.  materieel
  3. mondeling
SC 2 : Ik deel historische bronnen op in: primair - secundair

Slide 2 - Tekstslide

HISTORISCHE BRONNEN
= geven ons informatie over het verleden

Slide 3 - Tekstslide

Kan jij een historische bron opnoemen?

Slide 4 - Open vraag

Soorten historische bronnen
  • Geschreven bronnen

  • en 

  • ongeschreven bronnen 

Slide 5 - Tekstslide

Soorten historische bronnen
  • Geschreven bronnen

  • en 

  • ongeschreven bronnen 

Slide 6 - Tekstslide

Is dit een geschreven of een ongeschreven bron?

A
geschreven
B
ongeschreven

Slide 7 - Quizvraag

Is dit een geschreven of een ongeschreven bron?

A
geschreven
B
ongeschreven

Slide 8 - Quizvraag

Is dit een geschreven of een ongeschreven bron?

A
geschreven
B
ongeschreven

Slide 9 - Quizvraag

Is dit een geschreven of een ongeschreven bron?

A
geschreven
B
ongeschreven

Slide 10 - Quizvraag

Wat voor soort
bronnen zijn dit?
A
Geschreven bronnen
B
Ongeschreven bronnen

Slide 11 - Quizvraag

Geschreven bronnen
Ongeschreven bronnen

Slide 12 - Sleepvraag

Zijn de bronnen uit de prehistorie geschreven of ongeschreven?
A
Geschreven
B
Ongeschreven

Slide 13 - Quizvraag

Geschreven bronnen zijn altijd betrouwbaarder dan ongeschreven bronnen.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 14 - Quizvraag

Indeling van de ongeschreven bronnen.

MATERIËLE BRONNEN
(AUDIO)VISUELE BRONNEN
MONDELINGE BRONNEN

Slide 15 - Tekstslide

Indeling van historische bronnen.

GESCHREVEN BRONNEN
MATERIËLE BRONNEN
(AUDIO)VISUELE BRONNEN
MONDELINGE BRONNEN

Slide 16 - Tekstslide

materieel
geschreven
(audio)visueel
mondeling
Getuigenissen uit concentratiekampen

Slide 17 - Sleepvraag

Indeling van historische bronnen.
PRIMAIRE BRONNEN
SECUNDAIRE BRONNEN

Slide 18 - Tekstslide

Primaire bron = een historische bron die afkomstig is uit DE PERIODE die wordt onderzocht.

Secundaire bron = een historische bron die informatie haalt uit EEN ANDERE BRON en later tot stand komt.

Slide 19 - Tekstslide

primaire en secundaire bronnen
Primair 
 Ooggetuige 
 Uit de tijd zelf  

Secundair 
Via via 
 uit een andere tijd. 

Slide 20 - Tekstslide

PRIMAIR
SECUNDAIR

Slide 21 - Sleepvraag

Secundaire bronnen
Primaire bronnen
Primaire bronnen komen uit de tijd die je bestudeert
Secundaire bronnen komen uit een latere periode

Slide 22 - Sleepvraag

Prehistorie
Historie
Geschreven bronnen
ongeschreven bronnen
Voorgeschiedenis
Geschiedenis
Tot 3500 v.C
Vanaf 3500 v.c

Slide 23 - Sleepvraag

Historisch onderzoek
= het zoeken naar antwoorden op historische vragen door middel van het bestuderen van bronnen en werken. 

bruikbaarheid
betrouwbaarheid
representativiteit



Slide 24 - Tekstslide

Dit is een ...
A
primair
B
secundair

Slide 25 - Quizvraag

BRUIKBAARHEID
Wanneer is een bron bruikbaar?

Een bron is bruikbaar wanneer deze informatie oplevert om (een deel van een) historische vraag te beantwoorden. 

Slide 26 - Tekstslide

Welke bron is bruikbaar voor de vraag 'Hoe zag het eerste schrift ter wereld er uit?'
A
kleitablet uit Mesopotamië
B
Grieks alfabet
C
Hiërogliefen op Egyptische tempel-muren
D
Romeinse cijfers

Slide 27 - Quizvraag

BETROUWBAARHEID
We moeten nagaan of de bron te vertrouwen is.

We moeten ons een aantal dingen afvragen:
Wie heeft de bron gemaakt of geschreven?
Wat voor iemand was deze persoon?
Voor wie of wat werd de bron gemaakt?
• Wat was de bedoeling van de bron?

Slide 28 - Tekstslide

Welke bron is het meest betrouwbaar?
A
primaire bron waarbij de schrijver zijn mening geeft
B
secundaire bron die feiten bevat
C
secundaire bron die gebaseerd werd op geruchten
D
primaire bron vol feiten

Slide 29 - Quizvraag

REPRESENTATIVITEIT
Een bron is minder representatief:
• als er slechts één van bestaat (1 bron is geen bron)
• als de maker een uniek standpunt weergeeft
• als andere mensen in de samenleving een ander standpunt hebben
• als wat je ontdekt in de bron niet overeenkomt met de algemene kenmerken van een samenleving in de periode die je bestudeert

Slide 30 - Tekstslide