Quiz grammatica - H123

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Quiz grammatica - H123

We herhalen de lesstof grammatica zinsdelen en woordsoorten. 

Lesdoel

Aan het einde van deze les weet je hoe goed je de lesstof grammatica zinsdelen en woordsoorten beheerst. 

Typ de persoonsvorm in de volgende vijf zinnen:
1. Anton leest een roman.

2. Johannes voelt zich niet lekker.

3. Heb jij dat wel gevraagd?

4. De kinderen zien de goedheiligman al op het bootje staan.

5. Wim heeft zijn vriendin een kostbare ring met diamant geschonken.

Typ het werkwoordelijk gezegde in de volgende vier zinnen:
1. Gisteren heeft Jan bij een winkel drie boeken gekocht.

2. De vogels hebben alle kersen opgegeten.

3. Zou de buurjongen het gras kunnen maaien?

4. Marjan zou graag in dat leuke huisje hebben willen wonen.

Wat is het onderwerp in de volgende zinnen:
Het meisje slaapt nog.

1. slaapt
2. Het meisje
3. nog

Caroline heeft een prachtig artikel geschreven.

1. Caroline
2. prachtig artikel
3. geschreven

Op de Mont Vertoux raakte deze bekende wielrenner in ademnood.

1. Op de Mont Vertoux
2. bekende wielrenner
3. deze bekende wielrenner
4. Mont Vertoux

Benoem de zelfstandig naamwoorden:
De oude tram reed door de besneeuwde straten.

1. oude
2. tram
3. besneeuwde
4. straten

Benoem de bijvoeglijk naamwoorden:
De oude tram reed door de besneeuwde straten.

1. tram
2. oude
3. besneeuwde
4. straten

Benoem de zelfstandig naamwoorden:
Omdat Charlotte hongerig was, heeft ze alle hamburgers opgegeten.

1. Charlotte
2. hongerig
3. hamburgers
4. opgegeten

Benoem de bijvoeglijk naamwoorden:
Het knappe meisje lag ziek op een keihard veldbed.

1. knappe
2. meisje
3. keihard
4. veldbed

Noteer het zelfstandige werkwoord:
Maurits heeft zijn vriendinnetje een kus gegeven

Noteer het zelfstandige werkwoord:
Wie heeft dit onopvallende huis zo fraai ingericht?

Noteer het zelfstandige werkwoord:
De wiskundeleraar kan deze som perfect uitleggen.