Postmodernisme inleiding

Postmodernisme inleiding
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Postmodernisme inleiding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(bijvoorbeeld hippies, punkers of emo's)
CONTEXT 
van de KUNST

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Amerikanisering
  • De invloed van Amerika in Europa neemt niet alleen politiek toe: na de oorlog komen ook bedrijven als Coca Cola en Levi Strauss naar Nederland. 
  • Hierdoor nemen ook in het dagelijks leven, zoals bijvoorbeeld in de kleding of de muziek, veel Nederlanders Amerikaanse gebruiken over.
  • Dit heet amerikanisering.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kenmerken massacultuur
Kenmerken:  
Toegankelijk voor groot publiek door:
  1. Laagdrempelig: makkelijke verkrijgbaar/ er naar toe
  2. Voor iedereen begrijpelijk, niet elitair
  3. Commerciële motieven spelen vaak een rol.
  4. Amusement is het doel. 
  5. Uitgezonden op tv of beschikbaar via internet/massamedia


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

MODERNISME

"less is more"
POSTMODERNISME

"less is a bore"

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat de massacultuur
Toenemende democratisering
(vrijheid en gelijkheid voor iedereen, macht en kennis niet alleen van de elite)
Toegankelijkheid van het onderwijs
(onderwijs voor iedereen, niet meer alleen voor de elite)
Bloeiende economie: groeiende welvaart en meer vrije tijd
(toenemende koopkracht: iedereen heeft meer geld te besteden waardoor aanbod van producten en diensten groeit)
De nieuwe massamedia
(radio, tv, internet zorgen voor informatie en amusement voor alle lagen van de bevolking )

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de massacultuur vervaagt het verschil tussen ‘lage’ en ‘hoge’ kunsten 

  • HOGE kunst wordt gezien als kunst voor de Elite. 
  • LAGE kunst wordt gezien als kunst voor de ‘gewone’ mens. 
  • Kunst- en cultuurvormen die voorheen slechts voor de elite waren bestemd (‘hoge’ kunst) worden onderdeel van de massacultuur.  
  • Ook komt de (‘lage’ kunst) via kunstenaars als Keith Haring, Andy Warhol in het museum terecht waardoor het ineens ook wordt geaccepteerd door de elite.  

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Postmodernisme

  • Ontstaan van het POSTMODERNISME: Kunstenaars die tot deze stroming behoorden vonden dat het niet meer mogelijke was om steeds iets nieuws te verzinnen. Met bestaande kunst/voorwerpen nieuwe kunst maken.
  • Postmodernisten combineren elementen uit de elitecultuur en de populaire cultuur. Zij staan niet afwijzend tegenover de commercie en het materialisme van de eigentijdse cultuur, maar omarmen die juist en passen die in op nieuwe, vaak humoristische, manieren.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Comic
Roy Lichtenstein

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reclame
Andy Warhol

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





    Andy Warhol                      Roy Lichtenstein                 Salvador Dali

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kernconcepten
- spanningsveld tussen hoge en lage kunst 
- sterrendom
Jeff Koons, 1988

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Punk /New Wave jaren 70

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
Modernisme, 1e helft van de 20e eeuw
2e helft 20e eeuw,
Postmodernisme
Wij maken manifesten waarin we vastleggen welke ideeën wij aanhangen en welke esthetiek we nastreven
Less is more. We willen dat alles aan gebouwen functioneel is, geen decoratie!

We hoeven niet origineel te zijn. Alles is toch al eens gedaan. . Daarom mogen we ook citeren uit andere kunstwerken
Less is a bore. We zijn vrij om ook oppervlakkigheid en decoratie te mogen gebruiken in de kunst.

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hedonisme
Post-modernisme
Eclectisch
High and low art
 
elementen van twee of meer historische stijlen worden gecombineerd

levenshouding die genot ziet als het hoogste levensdoel 

stroming in de kunst die in een reactie op het modernisme het begrip 'authenticiteit' relativeert

kunstuitingen zoals die te vinden zijn in bijv. museum, schouwburg en concertzaal tegenover de kunstuitingen  die beoefend worden door amateurs.

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijkste begrippen
massacultuur: de cultuur van de grote massa, met kunstwerken die onpersoonlijk en oppervlakkig zijn.
massamedia: de pers, radio, film, televisie en internet. Deze vormen van massacommunicatie hadden en hebben nog steeds een belangrijke rol in de verspreiding van deze massacultuur.
hoge en lage kunst: kunst van de elite en kunst van het volk. In de massacultuur vervagen de grenzen tussen ‘lage’ en ‘hoge’ kunst:
postmodernisme: stroming ná het modernisme, waarin men vindt dat je niets nieuws meer hoeft te verzinnen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check leerdoelen:

  • Je kan uitleggen hoe Europa en de VS eruitzagen na de Tweede Wereldoorlog;
  • Je kan uitleggen wat Massacultuur inhoudt en hoe dit te maken heeft met industrialisatie en massamedia;
  • Je kan een aantal belangrijke kenmerken van massacultuur noemen;
  • Je kan uitleggen waardoor de welvaart in Europa tot grote hoogte steeg;
  • Je kan uitleggen wat de gevolgen zijn van de welvaart in Europa;
  • Je kan uitleggen hoe Europeanen naar de VS keken na de Tweede Wereldoorlog en hoe dit samenhangt met de cultuur die vanuit de VS naar Europa kwam;
  • Je kan voorbeelden van de Amerikaanse cultuur noemen en uitleggen wat de kenmerken zijn;
  • Je kan uitleggen wat ‘hoge kunst/cultuur’, ‘lage kunst/cultuur’ is en voorbeelden geven waarin het verschil tussen deze twee kunstuitingen vervaagt;
  • Je kent de volgende begrippen: subcultuur, engagement, fusion, postmodernisme, hippiecultuur, multidisciplinair, vrouwenbevrijdingsbeweging.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies