1. Welke structuur heeft de schrijver gekozen?
2. Uit welke alinea's bestaat de inleiding?
3. Op welke manier wordt de aandacht van de lezer getrokken in de inleiding?
4. Op welke manier wordt het onderwerp geïntroduceerd?
5. Uit welke alinea('s) bestaat het slot?
6. Welke elementen bevat dit slot? Kies uit: aansporing, conclusie, samenvatting, toekomstverwachting, uitsmijter.