Stijlfiguren

Stijlfiguren
Welkom H4C

Leg je oefenboek, theorieboek, pen en papier op tafel.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Stijlfiguren
Welkom H4C

Leg je oefenboek, theorieboek, pen en papier op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

Planning periode 1:
Communicatie
2 Onderwerp en hoofdgedachte
3 Tekstsoorten
4 Inleiding, kern en slot
6 Alinea's en verbanden
8 Bronnenonderzoek
Taal
9 Framing
Literatuur
Gedicht en een boek
Stijlfiguren blz. 158-159


Slide 2 - Tekstslide

Vandaag:

Stijlfiguren in gedichten
Je leert hoe herhalingen en tegenstellingen structuur geven aan gedichten. 

Slide 3 - Tekstslide

Poëzie/gedichten: (blz. 150)

- weinig woorden, veel betekenis
interpretatiemogelijkheid
- betekenis door vorm
stijlfiguren, beeldspraak, witregels
- voordragen
rijm en ritme

Slide 4 - Tekstslide

Stijlfiguren (blz. 158-159)

Je presenteert in 30 seconde jouw stijlfiguur. 

1. Leg je stijlfiguur uit. 
2. Geef een voorbeeld van het stijlfiguur (dat niet in je boek staat). 
timer
4:00
timer
0:30

Slide 5 - Tekstslide

Toen hij dat mooie doelpunt maakte, zie hij:' Dat kon er wel me door, hè?'
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes

Slide 6 - Quizvraag

Toen hij dat mooie doelpunt maakte, zie hij:' Dat kon er wel me door, hè?'
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes

Slide 7 - Quizvraag

Ik sta echt al tien jaar op je te wachten.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes

Slide 8 - Quizvraag

Mijn cijfer voor Nederlands viel niet tegen.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes

Slide 9 - Quizvraag

Hij werd kwaad, woedend, nee... witheet toen hij zag dat hij een bekeuring had gekregen.
A
understatement
B
climax
C
anticlimax
D
eufemisme

Slide 10 - Quizvraag

De finale van het songfestival zorgde voor spanning, strijd en spektakel.
A
hyperbool
B
tricolon
C
antithese
D
paradox

Slide 11 - Quizvraag

Haar konijn is heengegaan.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
antithese
D
paradox

Slide 12 - Quizvraag

Lees de gedichten op blz. 150 in je theorieboek. 

Maak opdracht 1 t/m 3 (blz. 150). 
Overleg alleen fluisterend.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide


We lezen verder in Gebr. vanaf blz. 110. 

Slide 16 - Tekstslide