Gezonde voeding

Gezond eten
1 / 34
volgende
Slide 1: Woordweb
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Gezond eten

Slide 1 - Woordweb

Voedingsstoffen
Er zijn 6 voedingsstoffen:
  • eiwitten
  • vetten
  • koolhydraten
  • vitamines
  • mineralen
  • water

Slide 2 - Tekstslide

Wat is geen voedingsstof
A
eiwitten
B
aardappelen
C
water
D
mineralen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is geen voedingsstof
A
eiwitten
B
vetten
C
mineralen
D
groente

Slide 4 - Quizvraag

Wat is geen voedingsstof
A
pasta
B
vetten
C
eiwitten
D
mineralen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is geen voedingsstof
A
eiwitten
B
vetten
C
banaan
D
mineralen

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de schijf van 5?
A
5 vakken met minder goede producten waar je niets uit mag nemen
B
5 vakken met alleen maar vette dingen waar je 1 keer per week iets uit mag kiezen
C
5 vakken vol goede producten waar je ieder dag iets uit kiest
D
5 vakken met goede en minder goede producten door elkaar

Slide 9 - Quizvraag

In de Schijf van Vijf staan producten die je eet en drinkt voor een gezonde levensstijl
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Brood- en graanproducten

Voorbeelden:


Volkorenbrood en volkoren bolletjes
  
Bruinbrooden bruine bolletjes  
Volkoren krentenbrood en volkoren mueslibrood 
Roggebrood
Zilvervliesrijst
Aardappel
Volkoren bulgur









 

  

  

 

 

  

  




Slide 11 - Tekstslide

Smeer- en bereidingsvetten


Voorbeelden:


- Zachte margarine of halvarine voor op brood            
- Vloeibare margarine en vloeibaar bak-en-braadvet
- De meeste plantaardige oliën, zoals olijfolie en zonnebloemolie
 

Slide 12 - Tekstslide

Dranken


Voorbeelden:

- water

- Groene thee
- Kruidenthee

Koffie ( beperkt )


Slide 13 - Tekstslide

Vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel


Voorbeelden:


- Vis ( vooral vette vis )
- Schaal- en schelp dieren
- Peulvruchten, zoals linzen en bruine bonen 
- Onbewerkt vlees, zoals kipfilet, kipdrumstick, kalkoenfilet, (extra) mager gehakt, biefstuk, magere runderlappen, sukadelap, varkenshaas
- eieren


Slide 14 - Tekstslide

Groente en fruit
Voorbeelden:


- Verse groente/fruit
- Diepsvries groente / fruit zonder toegevoegd suiker en zout
- Groente in blik zonder toegevoegd suiker en zout
- Gepureerde groente/ fruit
- Gedroogd fruit

Slide 15 - Tekstslide

Veilig voedsel
1. Houdbaarheidsdatum, TGT/THT
2. Bewaarvoorschriften
3. Hygiënisch
4. Goed gaar

Slide 16 - Tekstslide

TGT
Te gebruiken tot is bij........
A
Kort houdbare producten
B
Lang houdbare producten

Slide 17 - Quizvraag

THT
Ten minste houdbaar tot is bij........
A
Kort houdbare producten
B
Lang houdbare producten

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Kun je dit product nog eten?
A
Nee
B
Ja

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Kun je dit product nog eten?
A
Nee
B
Ja

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Kun je dit product nog eten?
A
Nee
B
Ja

Slide 24 - Quizvraag

Calorieën
In voedingsmiddelen zitten calorieën.
Mannen: 2500 kcal per dag
Vrouwen: 2000 kcal per dag

Slide 25 - Tekstslide

Op gewicht blijven
  • Eet gezond 
  • Snoep niet en drink niet te veel frisdrank
  • Bewegen 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

sleep het juiste drankje bij het juiste aantal suikerklontjes
6.5
13
14
0

Slide 28 - Sleepvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Je lichaam verbruikt energie zonder te bewegen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Als je evenveel eet als je energie verbruikt, dan ...........
A
Word je zwaarder
B
Val je af
C
Blijf je in balans, je wordt niet zwaarder en valt niet af.

Slide 32 - Quizvraag

Sporters kunnen meer eten dan mensen die niet sporten, omdat zij meer verbruiken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Video