H5.4 - Oog en bril (les 1)

Dag R3A! Ga op de juiste plek zitten, zorg dat je bent ingelogd op de lessonup!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dag R3A! Ga op de juiste plek zitten, zorg dat je bent ingelogd op de lessonup!

Slide 1 - Tekstslide

Dag R3B! Ga op de juiste plek zitten, zorg dat je bent ingelogd op de lessonup!

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen:H 5.4 Oog en bril
Na deze les kan je:
  1. De verschillende onderdelen van een oog benoemen
  2. Uitleggen wat accomoderen is
  3. Uitleggen wat verziend is
  4. Uitleggen wat bijziend is
  5. Wat de werking van een bril is

Slide 3 - Tekstslide

INLOGGEN!

Slide 4 - Tekstslide

Juist of onjuist
Een bolle lens is in het midden smaller dan aan de rand.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Juist of onjuist
Bij een convergerende werking gaan de lichtstralen uit elkaar.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag


Bij een sterkere negatieve lens is de werking
A
een grotere divergerende werking
B
een kleinere convergerende werking
C
een grotere convergerende werking
D
een kleinere divergerende werking

Slide 7 - Quizvraag

Opdracht.
a) Wat is de brandpuntsafstand?
b) Wat is de voorwerpsafstand?
c) Wat is de beeldafstand?

Slide 8 - Tekstslide

Instructie
Wat? Lees in de methode H5.4 - Oog en bril. Lees alles behalve de plus stof 

Hoe? Je doet dit in stilte.

Klaar? Begin vast aan H5.4 door een paar opdrachten te maken.

Slide 9 - Tekstslide

Functies van onderdelen

Slide 10 - Tekstslide

Pupil 
Pupil is de opening in de iris (gekleurde gedeelte van oog)

  • Weinig licht --> pupil groot
  • Veel licht --> pupil klein

Slide 11 - Tekstslide

Accommoderen
  • Scherpstellen
  • Boller en platter

Slide 12 - Tekstslide

(dicht)Bijziend
  • Dichtbij goed zien!
  • Te bol
  • Negatieve bril

Slide 13 - Tekstslide

Bijziend
  •  Ooglens is te sterk

  • Je kan voorwerpen in de verte slecht zien

  • DichtBIJ kun je goed ZIEN

  • Je hebt een negatieve/holle lens nodig

Slide 14 - Tekstslide

Verziend
  • Ver weg goed zien!
  • Te zwak (plat)
  • Positieve bril

Slide 15 - Tekstslide

Verziend
  • De ooglens is te zwak 

  • Je kan voorwerpen vlakbij slecht zien, veraf goed.

  • Je hebt een positieve/bolle lens nodig

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Ga aan de slag met H5.4 - 1, 2, 4, 5, 6

Hoe? Je mag fluisterend overleggen.

Klaar? Ga vast leren voor PW NASK1. 



Slide 18 - Tekstslide

Waarop valt het licht om een beeld te vormen in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Netvlies
D
Hersenen

Slide 19 - Quizvraag

Bij veel licht is de pupil
A
Groot
B
Klein
C
Licht heeft geen invloed op pupil

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heet het als de spiertjes rondom de lens de lens verstellen?
A
Revalideren
B
Accommoderen
C
Adapteren
D
Corrigeren

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het probleem als je bijziend bent ?
A
Ooglens is te sterk
B
Ooglens is te zwak

Slide 22 - Quizvraag

Welke lens heb je nodig als je bijziend bent ?
A
negatief
B
positief

Slide 23 - Quizvraag