H2 Lezen - Alinea's - 1 november klas 1C

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Planning

- Stil lezen

- Terugblik H2 en herhalen van de stof

- Proefwerk inplannen

- Aan de slag 

Herhaling H2

Lezen: 

Je leert wat een alinea is.

Je leert hoe je een alinea kunt herkennen.

Je leert bepalen waar een alinea over gaat.

woordenschat: Een betekenis zoeken

Taalverzorging: de persoonsvorm, -d of -t en de ik-vorm van een werkwoord

Alinea's

Een tekst is meestal verdeeld in stukjes. Die stukjes noemen we alinea's. 

Zo kan je alinea's herkennen!

- Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel. 

- Soms springt de 1e regel van een alinea een beetje in.

- Soms is er tussen twee alinea's een witregel overgeslagen.

Wat is geen kenmerk van een alinea?
Een alinea

1. begint altijd op een nieuwe regel
2. heeft altijd een titel (tussenkopje)
3. begint soms na een witregel
4. laat de regel inspringen (stukje wit voor de regel)

Geen alinea's

Wel alinea's

Alinea's

Een tekst is vaak verdeeld in stukjes: alinea's

In de eerste zin staat vaak de belangrijkste informatie.

Hoeveel alinea's heeft deze tekst?

Hoeveel alinea's heeft deze tekst?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel alinea's heeft deze tekst?

Hoeveel alinea's heeft deze tekst?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Hoeveel alinea's heeft deze tekst?

Hoeveel alinea's heeft deze tekst?

1. 1 alinea
2. 2 alinea's
3. 3 alinea's
4. 4 alinea's

Woordenschat H2

Soms weet je niet wat een woord betekent, maar kun je de betekenis (omschrijving) in de tekst vinden.

 Bijvoorbeeld: Over de beroemde zangers wordt een glossy gemaakt. Dat is een tijdschrift met glimmende pagina’s en veel foto’s.

Hoe vind ik de betekenis

- Zoek de betekenis tussen haakjes of tussen komma’s in dezelfde zin. Bijvoorbeeld: Marleen werd een vedette, een beroemd persoon, door het winnen van de olympische medaille.

Nog meer manieren

- Zoek de betekenis in de volgende zin. Bijvoorbeeld:

Alle acteurs waren naar de première van de film gekomen. Acteurs zijn vaak aanwezig als een film voor de eerste keer vertoond wordt.

- Zoek de betekenis in de vorige zin. Bijvoorbeeld: De jonge profvoetballer laat zijn zaken regelen door iemand anders. Deze manager werkt ook voor andere voetballers.

WOORDENSCHAT

- persoonsvorm

- -t of -d

- de ik-vorm van een werkwoord

De persoonsvorm vind je door:

• De zin vragend te maken.
  Het eerste woord is de persoonsvorm.

Ik ben op kamp geweest.

• De zin in een andere tijd te zetten. 
  Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

De pizzeria was niet dichtbij.

De PV is altijd een werkwoord

1. juist
2. onjuist

Wat is de pv?

1. het ww. wat verandert als je het in een andere tijd zet.
2. Het ww. wat vooraan staat als je er een vraagzin van maakt.
3. Het eerste ww. in de zin
4. Alle ww. in de zin.

De leerling is boos geworden.

Wat is de PV?

1. de leerling
2. is
3. boos
4. geworden

pv?
Waar ben je gisteren geweest?

1. geweest
2. je
3. ben
4. waar

pv?
Wie hebben er een medaille gewonnen?

1. wie
2. hebben
3. een medaille
4. gewonnen

WOORDEN MET -d of -t

Om te weten of een woord eindigt op een -d of -t kan je het woord altijd langer maken!

1. Waar
2. Niet waar

Wanneer geldt deze regel niet?

Laatste letter: -t of -d

Veel woorden eindigen op een t-klank. Die t-klank schrijf je soms met:

- een -t: wit, kist, (het is) gelukt

- een -d: rood, kind, (ik ben) geslaagd.

Als een woord géén persoonsvorm is, gebruik je de verlengproef. Maak het woord langer door er -e, -en of -eren achter te zetten. (Bij een persoonsvorm gebruik je de werkwoordspelling!)

- Als je een t hoort, schrijf je een t aan het eind: zwarte → zwart, gekopte → gekopt, kaarten → kaart.

- Als je een d hoort, schrijf je een d aan het eind: beroemde → beroemd, handen → hand, runderen → rund.

Kies de juiste letter: -t of -d.

Grote waxinelichtjes branden gemiddel___ zo'n vier uur.

1. -t
2. -d

Vul aan: -t of -d.
Mijn ra.. rent de hele dag in zijn ra..

1. d - d
2. t - t
3. d - t
4. t - d

Laatste letter een -t of -d?
werel__ - flui__ - eikenhou__

1. wereld - fluit - eikenhoud
2. wereld - fluit - eikenhout
3. werelt - fluit - eikenhout
4. wereld - fluid - eikenhout

de ik=vorm van een werkwoord

Tegenwoordige tijd enkelvoud

Bij ik schrijf je de ik-vorm.

Bij jij, u, hij, zij en het schrijf je de ik-vorm + t.

Winnaar?

Aan de slag!