Som-en verschiltabellen en periodieke grafieken

Somgrafieken, verschil- en periodieke grafieken
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Somgrafieken, verschil- en periodieke grafieken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je som-en verschiltabellen maken en de grafieken hiervan tekenen. Ook kun je periodieke grafieken maken.

Slide 2 - Tekstslide

Begin met het uitleggen van de leerdoelen van de les om de studenten te laten weten wat ze aan het einde van de les zullen kunnen.
Wat weet je al over som-en verschiltabellen en periodieke grafieken?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn som-en verschiltabellen?
Een somtabel is een tabel waarin de som van twee getallen wordt weergegeven. Een verschiltabel is een tabel waarin het verschil tussen twee getallen wordt weergegeven.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat som- en verschiltabellen zijn en geef enkele voorbeelden om het concept te verduidelijken.
De somtabel hoort bij het aantal leden van de vereniging.
Vul de somtabel verder in.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je een somtabel?
Om een somtabel te maken, tel je de getallen in de rijen en kolommen op en noteer je het resultaat in de cel.

Slide 6 - Tekstslide

Laat een voorbeeld zien van een somtabel en leg uit hoe deze is gemaakt. Vraag de studenten om zelf een somtabel te maken en deze in hun notitieboekje op te schrijven.
Jaar
2014
2015
2016
2017
2018
Jeugdleden
120
110
100
Volwassen
140
120
Totaal

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je een verschiltabel?
Om een verschiltabel te maken, trek je het kleinste getal van het grootste getal af en noteer je het resultaat in de cel.

Slide 8 - Tekstslide

Laat een voorbeeld zien van een verschiltabel en leg uit hoe deze is gemaakt. Vraag de studenten om zelf een verschiltabel te maken en deze in hun notitieboekje op te schrijven.
Wat zijn grafieken?
Een grafiek is een visuele weergave van gegevens. Het helpt ons om patronen en trends te identificeren.

Slide 9 - Tekstslide

Definieer wat een grafiek is en leg uit waarom het handig is om gegevens visueel weer te geven.
Hoe maak je een grafiek?
Om een grafiek te maken, zet je de gegevens op de assen en markeer je de punten op het diagram. Verbind vervolgens de punten om de grafiek te voltooien.

Slide 10 - Tekstslide

Laat zien hoe je een grafiek maakt en vraag de studenten om zelf een grafiek te maken met behulp van de gegeven gegevens.
Hoe maak je een grafiek van een somtabel?
Om een grafiek van een somtabel te maken, zet je de getallen op de assen en markeer je de punten op het diagram. Verbind vervolgens de punten om de grafiek te voltooien.

Slide 11 - Tekstslide

Laat een voorbeeld zien van een somtabel en vraag de studenten om een grafiek te maken met behulp van de gegeven gegevens. Help de studenten bij het maken van de grafiek indien nodig.
Opgave 
Samir en Jeroen doen samen mee aan een sponsorloop.
Samir verdient € 10,- en € 0,50 per rondje.
Jeroen rekent met de formule b = 0,70a + 10 het bedrag dat hij verdient.
Hierbij is b het bedrag in euro’s en a het aantal rondjes.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de formule
De formule waarmee het bedrag dat Samir verdient berekend kan worden is ...............
Samir verdient € 10,- en € 0,50 per rondje.
Hierbij is b het bedrag in euro’s en a het aantal rondjes.

MAAK DE FORMULE

 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neem de tabel over en vul deze in
Op de volgende slide zie je opgave nogmaals
a
0
1
2
3
4
b (Samir) in €
b (Jeroen) in €
b totaal in €

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 
Samir en Jeroen doen samen mee aan een sponsorloop.
Samir verdient € 10,- en € 0,50 per rondje.
Jeroen rekent met de formule b = 0,70a + 10 het bedrag dat hij verdient.
Hierbij is b het bedrag in euro’s en a het aantal rondjes.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grafiek
Maak de grafiek in je schrift

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je een grafiek van een verschiltabel?
Om een grafiek van een verschiltabel te maken, zet je de getallen op de assen en markeer je de punten op het diagram. Verbind vervolgens de punten om de grafiek te voltooien.

Slide 17 - Tekstslide

Laat een voorbeeld zien van een verschiltabel en vraag de studenten om een grafiek te maken met behulp van de gegeven gegevens. Help de studenten bij het maken van de grafiek indien nodig.
Wat zijn periodieke grafieken?
Een periodieke grafiek is een grafiek die zich herhaalt na een bepaalde periode. 
bekijk de video


Slide 18 - Tekstslide

Definieer wat periodieke grafieken zijn en geef enkele voorbeelden om het concept te verduidelijken.
Hoe maak je een periodieke grafiek?
Om een periodieke grafiek te maken, moet je de functie begrijpen en weten hoe de grafiek zich herhaalt. Gebruik deze informatie om de grafiek te tekenen.

Slide 19 - Tekstslide

Leg uit hoe een periodieke grafiek wordt gemaakt en geef enkele voorbeelden van periodieke functies. Vraag de studenten om zelf een periodieke grafiek te maken.
Oefenen met som- en verschiltabellen
Maak een somtabel en een verschiltabel met de gegeven getallen: 2, 4, 6, 8, 10.


Slide 20 - Tekstslide

Laat de studenten in groepjes werken om een somtabel en een verschiltabel te maken met de gegeven getallen. Loop rond en help waar nodig.
Oefenen met grafieken
Maak een grafiek van de gegeven gegevens: 1, 3, 5, 7, 9.

Slide 21 - Tekstslide

Vraag de studenten om zelf een grafiek te maken met behulp van de gegeven gegevens. Loop rond en help waar nodig.
Oefenen met periodieke grafieken
Maak een periodieke grafiek van de functie sin(x).

Slide 22 - Tekstslide

Vraag de studenten om zelf een periodieke grafiek van de functie sin(x) te maken. Loop rond en help waar nodig.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.