W2 BIO 3K BS 3 T/M 6 THEMA 5

Basisstof 4: De hersenen
timer
3:00
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Basisstof 4: De hersenen
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Leerdoelen 
  • Je kunt de delen van de hersenen noemen met hun functies en kenmerken.
  • Je kunt de risico's van overmatig gebruik van medicijnen, alcohol en drugs beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Hersenstam
  • Ligt in het verlengde van het ruggenmerg.
  • Geleid impulsen:
  • Ruggenmerg --> grote & kleine hersenen
  • Grote & kleine hersenen --> ruggenmerg
  • Zintuigen in hoofd en hals --> grote & kleine hersenen
  • Grote & kleine hersenen --> Spieren en klieren in hoofd en hals

Slide 4 - Tekstslide

Hersenstam
  • Ligt in het verlengde van het ruggenmerg.
  • Geleid impulsen:
  • Ruggenmerg --> grote & kleine hersenen
  • Grote & kleine hersenen --> ruggenmerg
  • Zintuigen in hoofd en hals --> grote & kleine hersenen
  • Grote & kleine hersenen --> Spieren en klieren in hoofd en hals

Slide 5 - Tekstslide

Grote & kleine hersenen
  • Bestaan uit twee helften
  • Vooral de grote hersenen zijn sterk geplooid
  • Het buitenste gedeelte noem je de hersenschors. Hierin ligt grijze stof
  • In het binnenste gedeelte ligt witte stof.

Slide 6 - Tekstslide

Grote hersenen

Grote hersenen verwerken veel impulsen die van je zintuigen af komen. 
Hier worden ze verwerkt en word je je bewust van een prikkel. 

Slide 7 - Tekstslide

Hersencentra (grote hersenen)
Cellichamen van schakelcellen liggen in groepen bij elkaar: de hersencentra.
  1.  Gevoelscentra: ontvangen informatie van zintuigen.
  2. Bewegingscentra: sturen spieren of klieren aan.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Gehoorzintuigencellen vangen geluiden op en zetten ze om in impulsen die naar de hersenen worden geleid. Waar in de hersenen worden deze impulsen verwerkt tot een bewuste waarneming van geluid?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam

Slide 10 - Quizvraag

De aap heeft jeuk. Via uitlopers van zenuwcellen komen                     eerst aan in zijn                          . Daarna komen de                     aan in de             hersenen.
impulsen
ruggenmerg
impulsen
grote
kleine
prikkels
prikkels
hersenstam

Slide 11 - Sleepvraag

BS 5: De weg die impulsen afleggen 
B
5.3

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Leerdoelen 
  • Je kunt de functies van reflexen noemen en je kunt een reflexboog beschrijven. 

Slide 14 - Tekstslide

Bewuste reacties
  • De impulsen gaan langs de hersenen en worden daar verwerkt
  • Dit is wat anders dan bewust zijn
  • Sommige bewuste reacties denk je niet over na
  • Dat doen je hersenen zelf

Slide 15 - Tekstslide

Reflex (en reflexboog)

Slide 16 - Tekstslide

Je kunt een reflexboog beschrijven. 
Reflex
  • Impulsen gaan niet via de hersenen.
  • Vaste, snelle, onbewuste reactie op een prikkel.
Voorbeeld: pupilreflex, kniepeesreflex, hete kraan.

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

BS 6: Het Hormoonstelsel 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Leerdoelen 
  • Je kunt de bouw en functie van het hormoonstelsel beschrijven en je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Hormoonstelsel
Hormonen regelen groei, ontwikkeling, stofwisseling en voortplanting

Slide 23 - Tekstslide

Hormoonstelsel
Bestaat uit een aantal hormoonklieren

Die zijn anders dan de andere klieren in je lichaam

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen  bs  5  van thema 5 Regeling 
Maken opdrachten bs 5 in epack 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Basisstof 7. 
De hypofyse en de schildklier
Basisstof 7.
De hypofyse en de schildklier

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Leerdoelen 
  • Je kunt de bouw en functie van het hormoonstelsel beschrijven en je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

 Hypofyse 
hypofyse:
- ligt tegen de onderzijde van de hersenen
- produceert verschillende hormonen
- produceert groeihormoon die de groei van de beenderen van het skelet regelt
- produceert hormonen die de werking van andere hormonen beïnvloed

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Schildklier
schildklier:
- ligt in de hals, voor het strottenhoofd tegen de luchtpijp aan
- produceert het schildklierhormoon onder invloed van hormonen uit de hypofyse
- het schildklierhormoon beïnvloedt de stofwisseling, de groei en ontwikkeling;
het stimuleert de verbranding in de cellen




Slide 34 - Tekstslide

 Schildklier
Als je teveel schildklierhormoon produceert, dan gaat je verbranding sneller: je wordt rusteloos en vermagert

Als je te weinig schildklierhormoon produceert, dan gaat je verbranding langzamer: je krijgt het sneller koud en bent sneller moe

Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen  bs  6  van thema 5 Regeling 
Maken opdrachten bs 6 in epack 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Vragen?
VRAGEN?

Slide 38 - Tekstslide

Welke hormoonklier produceert het groeihormoon?
A
Alvleesklier
B
Hypofyse
C
Schildklier
D
Eierstokken

Slide 39 - Quizvraag

Op welke plekken in het lichaam hebben de hormonen van de hypofyse effect ?
A
Groeihormonen, Teelballen, Eierstokken en Schildklier
B
Teelballen, Spieren, Eierstokken en Schildklier
C
Lever, Teelballen, Groeihormonen en Schildklier
D
Eierstokken, Schildklier, Groeihormonen en Aorta

Slide 40 - Quizvraag