Geluid: geluidssnelheid

Geluid: geluidssnelheid

1 / 23

Slide 1: Tekstslide

Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Lesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Geluid: geluidssnelheid

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les

Je moet het begrip geluidssnelheid begrijpen

en er mee kunnen werken

Slide 2 - Tekstslide

De snelheid van geluid is hoger dan de snelheid van licht.

Waar

Onwaar

In vacuüm maakt dat geen verschil

Hangt van de temperatuur af

Slide 3 - Quizvraag

Hoe bereken je de gemiddelde snelheid?
De gemiddelde snelheid is:

de afstand gedeeld door de tijd

de afstand maal de tijd

de tijd gedeeld door de afstand

de tijd plus de afstand

Slide 4 - Quizvraag

Beweging betekent snelheid.
Wat is het symbool voor snelheid? Wat is de eenheid van snelheid?

symbool: v eenheid: m/s

symbool: s eenheid: m/s

symbool: v eenheid: km/min

symbool: s eenheid: km/h

Slide 5 - Quizvraag

Snelheid

snelheid is een verhouding tussen afstand en tijd.

Snelheid geeft aan hoeveel afstand je aflegt in een bepaalde tijd.

Slide 6 - Tekstslide

Snelheid berekenen

afstand

snelheid = -------------

tijd

snelheid = afstand : tijd

Slide 7 - Tekstslide

De gemiddelde snelheid

Afstand

meter

Tijd

seconde

Snelheid

meter per seconde

m/s

gemiddelde snelheid= afstand/tijd

Slide 8 - Tekstslide

Sven schaatst 400 m in 20 seconde.
Bereken de gemiddelde snelheid.

Slide 9 - Open vraag

Bereken: de afstand is 350m en de snelheid was 20 m/s. Wat is de tijd?

Slide 10 - Open vraag

Wat is geluid?

Slide 11 - Tekstslide

Geluid

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Video

maak de introductie

timer

1:00

Slide 14 - Tekstslide

Wat is geluid?

Geluid is een trilling

als je praat, trillen je stembanden

In dat geval zijn jou stembanden een geluidsbron

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn geluidsbronnen?

Geluid ontstaat als een geluidsbron trillingen veroorzaakt.

• Bij je stem zijn het de stembanden die trillen.

• Bij een luidspreker is het de conus die trilt.

• Bij een gitaar zijn het de snaren die trillen.

Slide 16 - Tekstslide

Geluid horen

Slide 17 - Tekstslide

Hoe kun je geluid horen?

Het trommelvlies buigt naar de lage druk toe
De gehoorsbotjes geven de trilling door aan het zintuig

Slide 18 - Tekstslide

Tussenstof

Geluid heeft een tussenstof nodig om de trillingen door te kunnen geven.
De tussenstof is vaak lucht
De tussenstof kan ook een vaste stof of een vloeistof zijn (bijv. water)
Zonder tussenstof kun je geluid NIET horen!!

Slide 19 - Tekstslide

Tussenstof

Slide 20 - Tekstslide

Tussenstof

Slide 21 - Tekstslide

Rekenen met geluidssnelheid

Lienke maakt een wandeling. Ze ziet in de verte bliksem inslaan.

Na 3 seconden hoort ze de donder.

Hoe groot is de afstand van Lienke tot de blikseminslag?

Uitwerking

v = 343 m/s

t = 3 s

s = ?

s = v x t

= 343 x 3 = 1029

s = 1029 m

Slide 22 - Tekstslide

aan de slag

maken van 8.1

1 t/m 16

Slide 23 - Tekstslide