In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Cellen en weefsels Les 12 week 4 Periode 1
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
-De student weet de begrippen rondom de cel te benoemen en kent de functie.
-De student kan de processen mitose/meiose in eigen woorden uitleggen en beschrijft de functie.
-De student weet de begrippen rondom metabolisme en transport te noemen en kent de functie.
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling vorige les: Chromosomen en genen
Je lichaam bestaat uit cellen. Iedere cel heeft een kern.
Chromosomen:
In die kern zwerven 46 draadjes, de chromosomen.
Er zijn steeds twee chromosomen die op elkaar lijken.
De chromosomen zijn gemaakt van DNA. Het DNA ziet eruit als een soort wenteltrap.
De volgorde waarin de stoffen voorkomen bepaalt onze erfelijke eigenschappen.
Genen: Een stukje wenteltrap dat de informatie van één eigenschap bevat,
noemen we een gen.
Elk mens bezit een eigen uniek DNA.
Het DNA van geen enkel mens is gelijk
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht maken
Ga naar CumLaude en kies in week 38 voor de opdracht: Organellen van de cel.
timer
10:00
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht maken
Ga naar CumLaude en kies in week 38 voor de opdracht: Begrippen
timer
10:00
Slide 5 - Tekstslide
Nog wat herhalingsvragen
Slide 6 - Tekstslide
Vraag 1: Hoe noemen we de kleinst levende zelfstandige eenheid van het menselijk lichaam?
Slide 7 - Open vraag
Wat vind je in onze celkern?
A
DNA
B
Cytoplasma
C
Mitochondriën
D
Vacuole
Slide 8 - Quizvraag
Welke celorganel is verantwoordelijk voor de energie?
A
ATP
B
Mitochondriën
C
Endoplasmatisch Reticulum
D
Vacuole
Slide 9 - Quizvraag
Diffusie is het verplaatsen van kleinere moleculen van een plaats met hoge concentratie naar een plaats met lage concentratie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Anatomie is?
A
De bouw van het lichaam van alle levende wezens.
B
Hoe het lichaam in elkaar zit en hoe het werkt.
C
Stofwisseling.
D
Bouw van het lichaam van de mens.
Slide 11 - Quizvraag
Fysiologie is?
A
De uitwisseling van zuurstof en kooldioxide via de longen.
B
De leer van de levende wezens.
C
Gaat over hoe voedingsstoffen zich gedragen in ons lichaam.
D
De leer van de activiteiten in het lichaam van de mens
Slide 12 - Quizvraag
Anatomie
Fysiologie
Houdt zich bezig met het bestuderen van de opbouw van het menselijk lichaam
Is de wetenschap die zich bezighoudt met hoe het lichaam functioneert
Gaat over opbouw van cellen en spieren
Gaat over het bewegen (van spieren en lichaam)
Slide 13 - Sleepvraag
Het genotype van een organisme komt tot stand op het moment van .......................
A
innesteling
B
dat de eicel die de zaadcel binnendringt
C
bevruchting
D
de invloed van het milieu
Slide 14 - Quizvraag
Menno zegt: De celkern van een levercel bevat de complete informatie voor al je erfelijke eigenschappen.
Annie zegt: Een gen bevat de informatie voor meerdere erfelijke eigenschappen.
A
Beide waar
B
Beide nietwaar
C
Menno: waar
Annie: nietwaar
D
Menno: nietwaar
Annie: waar
Slide 15 - Quizvraag
46
Fenotype
nieuw genotype
aantal chromosomen
23 chromosomen
Zaadcel
Slide 16 - Sleepvraag
Welk celorganel zorgt voor de energielevering?
A
Endoplasmatisch reticulum
B
Golgi-apparaat
C
Lysosomen
D
Mitochondrien
Slide 17 - Quizvraag
Wat is histologie?
A
Weefselleer
B
Celleer
C
Spierleer
D
Zenuwleer
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de Latijnse naam voor celkern?
Slide 19 - Open vraag
Wat is de medische naam voor een rode bloedcel
Slide 20 - Open vraag
Ben je klaar voor de toets in week 40?
JA helemaal!
Nee, ik moet nog echt alles leren.
Ja, maar ik moet nog wel wat herhalen en leren.
Anders
Slide 21 - Poll
Huiswerk 1e les week 39
-Boek: Medische terminologie en Inleiding medische kennis mee! -Leren: theorie de opbouw van het menselijk lichaam, alles tot nu toe (Zie leerstof in de studentenplanning)