9 februari: Kapitel 3: Aufgabe Lektion 4 telwoorden

Deutschstunde 13. Februar
Kamera einschalten
Mikrofon ausschalten
Ergänze den LessonUp Code
öffne dein Buch auf Seite 135
Handbuch Nummer 31

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Deutschstunde 13. Februar
Kamera einschalten
Mikrofon ausschalten
Ergänze den LessonUp Code
öffne dein Buch auf Seite 135
Handbuch Nummer 31

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
--> stukje grammatica = uitleggen en oefenen

Ordinalzahlen
Lesen

Slide 2 - Tekstslide

Rangtelwoorden als je ze voluit schrijft: 

Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
                           Der zweite Platz. De tweede plaats.

Rangtelwoorden vanaf 20 > –ste achter het uitgeschreven getal.
                           Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.

Slide 3 - Tekstslide

erste !            elfte                          einundzwanzigste
zweite             zwölfte                     zweiundzwanzigste
dritte !            dreizehnte               ...
vierte               vierzehnte               dreißigste
fünfte              fünfzehnte               ...            
sechste           sechzehnte !          hundertste
siebte !           siebzehnte !
achte !           achtzehnte
neunte           neunzehnte
zehnte            zwanzigste

Slide 4 - Tekstslide

Een rangtelwoord komt meestal voor als bijvoeglijk naamwoord. De naamval en het geslacht van het zelfstandig naamwoord bepalen de uitgang van het rangtelwoord.
Het wordt verbogen als een bijvoeglijk naamwoord en je krijgt dus in de onderstaande zin de uitgang -en achter het rangtelwoord.

Bv.: op 6 oktober  
       Wir gehen am sechsten Oktober ins Kino.

Slide 5 - Tekstslide

Vertaal nu de volgende zin:
Am Dienstag habe ich (het eerste) Stunde Deutsch.
(schrijf het rangtelwoord als getal)

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

"op 25 december"

Er hat .......................... Geburtstag.
A
Am fünfundzwanzigsten Dezember
B
Im fünfundzwanzigsten Dezember.
C
Am fünfundzwanzigste Dezember
D
Im fünfundzwanzigste Dezember.

Slide 8 - Quizvraag

Er hat (op 1) Januar Geburtstag.

Slide 9 - Open vraag

"drie maart"

......................... ist ein Dienstag.
A
der dreiten März
B
den dreiten März
C
der dritte März
D
den dritten März

Slide 10 - Quizvraag

"de tweede"

Er hat ........................ Platz (m) erzielt.
A
der zweite Platz
B
den zweite Platz
C
der zweiten Platz
D
den zweiten Platz

Slide 11 - Quizvraag

in 2024
im Jahr 2024
oder
2024

Slide 12 - Tekstslide

An die Arbeit
Seite 135
Machen Aufgabe 8 und 9

Fertig?
Machen Aufgabe 5 und 6
Seite 133
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Hausaufgaben 
Macht Aufgabe 12 + 13 (Lektion 4 )

Lernen Lernbox Lektion 4



Slide 14 - Tekstslide

Aufgabe 8, Seite 135
2. dem dritten Sohn (der-Gruppe, mannelijk, aan hem, 3e naamval)
3. Vierter (0-Gruppe, mannelijke, hij, 1e naamval)
4. ihres zweiten Mannes (ein-Gruppe, mannelijk, van hem, 2e naamval)
5. im neunzehnten Jahrhundert (der-Gruppe, onzijdig, in, 7/2-regel, 3e naamval)
6. am ersten Februar 2018 (der-Gruppe, mannelijk, an, 7/2-regel, 3e naamval)
7. jeder zehnte (der-Gruppe, mannelijk, hij, 1e naamval)

Slide 15 - Tekstslide