2m -4.1 en 4.2 stroomkring, spanning en sterkte

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leg dit klaar op je tafel:
  • Je opgeladen laptop
  • Je boek

  • Een pen
En verder
  • Jas uit
  • Tas van tafel
  • Telefoon en oortje in je tas
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord 'elektriciteit'?

Slide 3 - Open vraag

Waarom heeft een batterij
een plus- en min-kant?

Slide 4 - Open vraag

Welke stoffen ken je die elektriciteit doorlaten?

Slide 5 - Open vraag

98 mA = ??? A
A
0,0098 A
B
0,098 A
C
0,98 A
D
9,8 A

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
  • hoe je een gesloten stroomkring maakt.
  • wat elektrische stroom is en hoe je deze meet.
  • wat het verschil is tussen spanning en stroomsterkte. 

  • Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren                                    beschrijven.


  • Je kunt een aantal spanningsbronnen noemen.
  • Je kunt de spanning berekenen als batterijen serie geschakeld zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Een stroomkring
Een centrale verwarming (CV) werkt met water die energie brengt naar de radiator (hij wordt warm)

Dit lijkt op een elektrische stroomkring 

Slide 8 - Tekstslide

Een stroomkring
Bij een elektrische stroomkring brengt de elektrische stroom energie naar het lampje.

Het lampje geeft dan licht.

Slide 9 - Tekstslide

Een gesloten stroomkring
Als de stroomkring ergens onderbroken/geblokkeerd wordt, werkt hij niet meer.

Een stroomkring die helemaal rond gaat noem je gesloten

Slide 10 - Tekstslide

Lading
De elektrische stroom bestaat uit lading

'Elektriciteitsdeeltjes' heten elektronen.

Slide 11 - Tekstslide

Schakelaar
Met een schakelaar kun je de stroomkring open maken (lamp uit) en sluiten (lamp aan).

Slide 12 - Tekstslide

Isolerende en geleidende stoffen
Door isolatoren kan geen elektrische stroom lopen
Door geleiders kan wel elektrische stroom lopen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Opdracht
  • Ga naar: Circuit constructiedoos
  • Bouw een schakeling
  • Controleer welke voorwerpen
    van geleiden en isoleren:
    Biljet, paperclip, munt, gum
    en potlood. 

Slide 15 - Tekstslide

Stroomsterkte meten
Met een stroommeter kun je de stroomsterkte meten.
Stroomsterkte heeft de eenheid ampère

Slide 16 - Tekstslide

Stroomsterkte meten
De stroomsterkte is overal even groot, dus je kunt de meter overal plaatsen.

Slide 17 - Tekstslide

Spanning
Om een stroom te laten lopen heb je spanning nodig.
Je kunt dit vergelijken met een ballon

Slide 18 - Tekstslide

Spanningsbron
Een spanningsbron kan een spanning geven.
Zoals een batterij, accu, stopcontact.



Slide 19 - Tekstslide

Spanning groter maken
1 batterij geeft een spanning van 1,5 V
Als je de batterijen achter elkaar plaatst met + en - tegen elkaar
geven ze samen en spanning van 3,0 V

Slide 20 - Tekstslide

Spanningsmeter
Met een spanningsmeter of voltmeter gebruik je om de spanning te meten.
Je kunt kiezen op welk bereik je spanning wilt meten. Als je hem bv aansluit bij 30 V kun je tussen 0 V en 30 V meten. 

Slide 21 - Tekstslide

Sleep de materialen naar het juiste vak
Isolatoren
Geleiders

Slide 22 - Sleepvraag

Is deze stroomkring
open of gesloten?
A
Open
B
Gesloten

Slide 23 - Quizvraag

Sleep de juiste afbeelding naar de component
Batterij
Lampje
Spannings-
meter
Stroom-
meter

Slide 24 - Sleepvraag

Hoe groot is de
stroomsterkte?

Slide 25 - Open vraag

Lees de stroommeter
hiernaast af:

Slide 26 - Open vraag

Aan de slag
Maak van 4.1 opgave 1 t/m 13

Maak van 4.2 opgave 1 t/m 8

Slide 27 - Tekstslide


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 28 - Open vraag