Zich voorstellen

• Frans
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Bonjour

   Th1

Bonjour

 

Bonjour

Bonjour

   

PROGRAMME

Parler

Terugblik

Huiswerk nakijken (vorige week)

Au travail 

Aan het eind van de les:

- kan ik de Franse lidwoorden opnoemen;

- weet ik het verschil tussen de Franse lidwoorden;

- kan ik de Franse lidwoorden toepassen in een zin;

Voilà un quiz!

Hoe vraag je in het Frans hoe iemand heet?

1. Comment ça va?
2. Comment tu t'appelles?
3. Quel âge as tu?
4. Tu aimes voyager?

Hoe zeg je in het Frans:

Waar woon je?

1. Comment tu t’appelles?
2. Vous pouvez répéter?
3. Où est l'arrêt?
4. Où habites-tu?

Vul voor je zelf de nationaliteit in;
Je suis ......

Vul voor jezelf in:
J'ai..... ans

Comment tu t'appelles?

Tu es français?

Tu habites où?

Tu habites dans une ville ou un village?

J'habite dans une ville.

Je m'appelle Thomas.

Non, je suis néerlandais.

J'habite à Utrecht.

Hoe zeg je "goedemorgen" in het Frans?

1. Bonne chance
2. Beaucoup
3. Bonne nuit
4. Bonjour

Wat kun je NIET zeggen als je iemand gedag zegt?

1. Bon appétit!
2. Bonjour!
3. Salut!
4. A tout à l'heure

Wat betekent "bienvenue" in het Nederlands?

1. Welkom
2. Goedenavond
3. Tot ziens
4. Tot morgen

tot ziens =

1. à demain
2. au revoir
3. bonjour
4. salut

Welke hoort er niet bij?

1. Salut
2. Bonjour
3. Bonsoir
4. A demain

begroeting

afscheid

bonjour

au revoir

cher

amitiés

grosses bises

salut

Welke vraag is er aan dit poppetje gesteld?

1. Tu aimes la pizza?
2. Tu habites où?
3. Comment ça va?
4. Comment tu t'appelles?

Wanneer is jouw verjaardag?
Mijn verjaardag is op 25 november