8.4 Je bloedsomloop

Leerdoelen
Je kunt drie soorten bloedvaten met hun kenmerken benoemen. 
Je kunt beschrijven langs welke route het bloed door je lichaam stroomt.
Je kunt uitleggen hoe je bloeddruk ontstaat.
Je kunt uitleggen dat bij rust sommige organen minder bloed krijgen dan bij inspanning en andere organen juist meer.


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
Je kunt drie soorten bloedvaten met hun kenmerken benoemen. 
Je kunt beschrijven langs welke route het bloed door je lichaam stroomt.
Je kunt uitleggen hoe je bloeddruk ontstaat.
Je kunt uitleggen dat bij rust sommige organen minder bloed krijgen dan bij inspanning en andere organen juist meer.


Slide 1 - Tekstslide

Intro
Zoë en Felicia trainen voor de estafette. Er stroomt veel bloed met zuurstof naar hun spieren, maar ook hun hersenen moeten voldoende zuurstof krijgen.

Slide 2 - Tekstslide

Waarvoor moet er veel bloed naar de spieren tijdens het hardlopen?

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel procent van het bloed wordt tijdens hardlopen naar de spieren gepompt?
A
10%
B
20%
C
50%
D
80%

Slide 4 - Quizvraag

Linkerboezem
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerkamer
Aorta
Onderste holle ader
Bovenste holle ader
Longslagader
Longader

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Bloedsomloop
kleine bloedsomloop
rechterkamer longen linkerboezem

grote bloedsomloop
linkerkamer lichaamrechterboezem

Slide 8 - Tekstslide

Bloeddruk
Bloeddruk = druk van het bloed tegen de wanden van je bloedvaten. 

Gemeten in kwikdruk.  Normale bloeddruk in rust is 110/70.
Bovendruk = hoge druk die ontstaat wanneer het hart het bloed in de slagaders pompt.

Onderdruk = de lage druk die ontstaat wanneer de linkerkamer zich ontspant na een hartslag.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aders
Slagaders
Haarvaten
Gaat naar het hart toe
Gaat van het hart af
Kleinste bloedvaten, geeft voedingsstoffen af

Slide 11 - Sleepvraag

Kleine bloedsomloop
Lichaam
Grote bloedsomloop
Hart
Longen

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Video

Wat?
Maken: 8.4 opdr. 4, 6, 7, 9-14,17
Hoe?
In je (online) boek. Werkbladopdrachten maak je in je schrift. Fluisterend overleggen of muziek luisteren.
Hulp?
Steek je hand op. Als je geen muziek luistert mag je ook overleggen met je buurman/buurvrouw.
Tijd?
15 minuten
Klaar?
Maak een begrippenlijst van 8.1 en 8.2
Opbrengst
Als je klaar bent heb je je huiswerk af! Nu weet je meer over de stof. 

Slide 14 - Tekstslide