A2A 9 december 2022 - Leesvaardigheid H2

Welkom bij Nederlands
14 december - Lezen H2

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
14 december - Lezen H2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:

  • heb jij je werkwoordspelling weer verbetert.
  • herken jij het verschil tussen oorzakelijk en redengevend verband.
  • kan jij de kernzin vinden in een alinea.

Slide 2 - Tekstslide

Programma
9.00 Struikelblokken
9.15 Struikelblokken nakijken
9.25 Theorie herhalen tekstverbanden en kernzinnen
9:35 zelfstandig werken aan PLANNING HUISWERK
Huiswerk: maak de planning HUISWERK af voor volgende week

Slide 3 - Tekstslide

Aan de slag
Maak Struikelblokken blz. 5 in je schrift. 
Zet er steeds bij wat voor werkwoord het is!
timer
12:00
Al klaar?
Oefen met de moeilijke woorden op WRTS (zie link op It's)

Slide 4 - Tekstslide

Corrigeer:
1. pvvt - stuntte
2. vd - verheugd
3. pvtt - bevreemdt
4. pvvt - breidde
5. pvtt - verklaart
6. pvtt - wijdt
7. pvvt - verwoestte

Slide 5 - Tekstslide

Corrigeer:
8. vd - verijdeld
9. pvtt - broedt
10. vd - verjaard
11. pvvt - smachtten
12. pvtt - verlangt
13. pvvt - benijdde
14. pvtt - verteert

Slide 6 - Tekstslide

Corrigeer:
15. pvtt - verwart
16. vd - vergiftigd
17. pvvt - verroestten
18. inf - ontmoeten
19. pvvt - doorgrondde
20. vd - verhoogd
21. pvtt - ontkalkt

Slide 7 - Tekstslide

Corrigeer:
22. pvtt - verbreedt
23. vd - verhuisd
24. vd - verleend
25. pvtt - vermolmt

Slide 8 - Tekstslide

Pauze
    Pauze 
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Welke 8 tekstverbanden ken je?

Slide 10 - Woordweb

Tekstverbanden
Naast een chronologisch, opsommend, tegenstellend en toelichtend tekstverband, onderscheiden we ook de volgende tekstverbanden: 
- concluderend tekstverband
- redengevend tekstverband
- oorzakelijk tekstverband
- vergelijkend tekstverband

Slide 11 - Tekstslide

Welke vraag kan ik mezelf stellen als er een redengevend verband is?
A
waarom?
B
waardoor?

Slide 12 - Quizvraag

Welke vraag kan ik mezelf stellen als er een oorzakelijk verband is?
A
waarom?
B
waardoor?

Slide 13 - Quizvraag

Welk verband vind je in de volgende zin?

Voor het proefwerk geschiedenis had ik een slecht cijfer, omdat ik er te weinig voor geleerd had.
A
oorzakelijk
B
redengevend

Slide 14 - Quizvraag

Welk verband vind je in de volgende zin?

Dankzij het defecte kopieerapparaat konden we die moeilijke toets niet maken.
A
oorzakelijk
B
redengevend

Slide 15 - Quizvraag

Welk verband vind je in de volgende zin?

Het stormt dus ik blijf lekker binnen.
A
oorzakelijk
B
redengevend

Slide 16 - Quizvraag

Welk verband vind je in de volgende zin?

Het stormt dus de treinen hebben massaal vertraging.
A
oorzakelijk
B
redengevend

Slide 17 - Quizvraag

KERNZINNEN
Kernzin
De belangrijkste informatie van een alinea.

Waar staat de kernzin? 
  • De 1e zin is de kernzin.
  • De 2e zin van een alinea is de kernzin.
  • De laatste zin van de alinea is de kernzin.


Slide 18 - Tekstslide

De hoofdzaak van een alinea staat vaak in de kernzin. Wat doe je als een alinea geen kernzin heeft?
A
Je schrijft niks op
B
Je bepaalt zelf de hoofdzaak
C
Je pakt een willekeurige zin uit de alinea

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de kernzin
van alinea 2?
A
Volgens handschrifttherapeut Peggy de Vries hebben handschriftproblemen vooral te maken met het feit dat de overheid aan het vak Schrijven geen prioriteit meer geeft.
B
De Vries vindt het logisch dat het resultaat een toenemend aantal kinderen met handschriftproblemen is.

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de kernzin
van alinea 3?
A
Een slecht leesbaar handschrift leidt vaak tot grote frustratie bij een leerling.
B
Per slot van rekening wordt zo'n 50 procent van de tijd op school besteed aan schrijftaken voor diverse vakken.

Slide 21 - Quizvraag


Wat is de kernzin?
A
Pubers zijn niet in staat weloverwogen een vakkenpakket te kiezen.
B
Hun hersens zijn nog lang niet volgroeid en daarom kunnen ze niet overzien wat zo'n keuze betekent voor de rest van hun leven...

Slide 22 - Quizvraag


Wat is de kernzin?
A
De Maastrichtse neuropsycholoog Jelle Jolles (...)
B
Jongeren tussen de 12 en 18 jaar kunnen volgens Jolles (...)

Slide 23 - Quizvraag


Wat is de kernzin?
A
Jolles beschrijft recent onderzoek naar de hersenontwikkeling van jongeren.
B
Diverse studies tonen aan dat puberhersens nog niet optimaal functioneren.
C
Bij meisjes zijn de hersenfuncties voor het maken van complexe keuzes volgroeid na hun 20ste.
D
Bij jongens ligt dat gemiddelde nog een paar jaar hoger.

Slide 24 - Quizvraag

Aan de slag
Maak de taak die klaarstaat in de methode.
(H1 opdr. 8 + H2 opdr. 4)
timer
20:00
Al klaar?
Oefen met de moeilijke woorden op WRTS.

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
Nu:
  • heb jij je werkwoordspelling weer verbetert.
  • herken jij het verschil tussen oorzakelijk en redengevend verband.
  • kan jij de kernzin vinden in een alinea.

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag
  • Word lid van de WRTS-groep (link staat op ItsLearning).
  • Oefen de moeilijke woordenlijst.

Slide 27 - Tekstslide