Herhaling B1 en 2
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het vrouwelijk geslachtshormoon?
A
Progesteron
B
Testosteron
C
Adrenaline
D
Oestrogeen
Slide 2 - Quizvraag
Eileider
Eierstok
Baarmoeder
Urineblaas
Vagina
Clitoris
Kleine schaamlip
Grote schaamlip
Slide 3 - Sleepvraag
Iris had op 3 maart haar eerste dag van de menstruatie. Op welke dag zal haar eerstvolgende eisprong vermoedelijk zijn?
A
14 maart
B
17 maart
C
24 maart
D
31 maart
Slide 4 - Quizvraag
Waardoor komen de secundaire geslachtskenmerken tot ontwikkeling?
Slide 5 - Open vraag
Hoe lang duurt een gemiddelde menstruatiecyclus? (getal in dagen)
Slide 6 - Open vraag
Welke twee dingen kunnen er gebeuren met een eicel in de eileider?
Slide 7 - Open vraag
Nummer 2
is de
A
Eierstok
B
Urineblaas
C
Zaadleider
D
Eileider
Slide 8 - Quizvraag
De hypofyse produceert
A
Testosteron
B
Oestrogenen
C
Hormonen die werking teelballen, eierstokken en groei regelen
D
Zaadcellen en eicellen
Slide 9 - Quizvraag
Nummer 5 is de
A
Vagina
B
Eierstok
C
Eileider
D
Urineblaas
Slide 10 - Quizvraag
Waarin liggen de eicellen?
A
Eierstokken
B
Baarmoeder
C
Eileider
D
Vagina
Slide 11 - Quizvraag
Bij een menstruatie komt er dus bloed uit de vagina. Waar komt dat vandaan?
A
Baarmoederwand
B
Baarmoederslijmvlies
C
Eierstokken
D
Eileider
Slide 12 - Quizvraag
Sleep de onderstaande secundaire geslachtskenmerken naar het juiste vak (zie boven).
secundaire geslachtskenmerken
jongen
secundaire geslachtskenmerken
beiden
secundaire geslachtskenmerken
meisje
borsten
groeispurt
baard in de keel
bredere heupen
okselhaar
gespierdere lichaamsbouw
actiever worden zweetklieren
gezichtsbeharing
volgroeien schaamlippen
Schaamhaar
Slide 13 - Sleepvraag
Baarmoeder
Eicel
Vagina
Eileider
Eierstok
Baarmoederwand
Slide 14 - Sleepvraag
In de puberteit verandert de manier waarop je met je ouders omgaat. Dat is een
A
lichamelijke verandering
B
geestelijke verandering
C
sociale verandering
