Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen
Eten en drinken
Medicijnen geven of innemen
In en uit bed komen, in een stoel gaan zitten en opstaan
Bewegen en lopen
Dagbesteding: iets leuks doen, zoals een hobby of sport
Ochtendzorg: kleding aandoen en uittrekken
Praten en contact hebben met familie of vrienden
Naar het toilet gaan: plassen en poepen
Goed voelen: zorgen dat je het niet te warm of te koud hebt
Je lichaam en kleren wassen: schoon blijven