helpen aankleden

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1,2

8 mei 

2KM1

DOEL

aan het eind van de les weet je meer over de zorgvrager en zorgverlener

aan het eind van de les kan je een zorgvrager helpen bij het aankleden

DOEN

Uitleg

Opdracht zijn af. Nakijken!

Volgende les

Hoe begon je aan deze toetsweek?

1. Ontspannen
2. Wel wat gestresst
3. Moe maar met zelfvertrouwen
4. In volle paniek

Wat is je gevoel over de toetsweek:
Hoe ging toetsweek 1?

1. Goed-heel goed
2. redelijk tot goed
3. mwahh, redelijk
4. slecht

Mijn cijfers zijn...

1. hoger dan ik verwachtte
2. Lager dan ik verwachtte
3. Ongeveer hetzelfde als ik verwachtte
4. erg wisselend

Waar sta jij?
ik begrijp achteraf waarom een bepaalde opdracht of toets niet zo goed ging.

Altijd

Meestal wel

Soms

Nooit

Denk hierbij aan: te weinig gedaan, te veel afleiding, omstandigheden tijdens toets, verkeerd geleerd, stof anders begrepen, weinig in lessen geweest etc.

Wat is je huidige stresslevel? (0=relax, man; 10=binnenkort een hartaanval)

110

MAKEN OPDRACHT

8 mei

2KM1

DOEL

aan het eind van de les weet je het verschil tussen de zorgvrager en zorgverlener

aan het eind van de les kan je een zorgvrager helpen bij het aankleden (met rollenspel)

aan het eind van de les kan ik uitleggen wat de schijf van vijf is  

DOEN

Herhaling 

Oefenen/aftoetsen

Schijf van Vijf  

Volgende les

Zorgverlener en zorgvrager

Zorgverlener en zorgvrager

Zorgverlener --> degene die zorg biedt.

Zorgvrager --> degene die zorg vraagt. 

RESPECTVOLLE
OMGANG ZORG?

Respectvolle omgang

Handelen vanuit een respectvolle houding:

• geen verschil tussen zorgvragers maken
  
• zorgvuldig omgaan met de privacy van de zorgvrager
  
• zorgvuldig omgaan met de persoonlijke eigendommen
  
• luisteren naar de wensen van de zorgvrager
  
• correct omgaan met vertrouwelijke informatie
  
• rekening houden met de normen en waarden
  

Privacy tips

Loop niet zomaar binnen bij de zorgvrager - wacht totdat de hij je daarvoor toestemming geeft

Geef de zorgvrager even tijd als hij op de toilet zit - ook al heeft hij je hulp nodig

Bij verdriet stoor de zorgvrager niet - hij wil misschien even alleen zijn

Helpen bij aankleden

Wat is belangrijk? 

Hoe ondersteun je iemand? 

Hoe start je?

Wat is altijd belangrijk???

Praktijk opdracht 

- maak tweetallen

- zorg dat alles klaar staat

- om en om oefenen

Wat is de schijf van vijf ???

Leerlingen antwoord laten geven

Schijf van vijf

• De schijf bestaat uit vijf vakken.
• De vakken zijn niet even groot.
• Verschillende kleurtjes

Wat valt je op aan de schijf?

Voordelen van de schijf van 5

- de kans op hart- en vaatziekten en kanker wordt verkleint

- je krijgt voldoende mineralen, vitamines, eiwitten, koolhydraten, vetten en vezels binnen

-je blijft gemakkelijker op gewicht en vergroot je de kans op een gezonde oude dag

Je gaat een gezond recept bedenken die geschikt is voor het ontbijt. Schrijf dit recept en de bereidingswijze op een A4. Hierbij gebruik je de schijf van vijf en beantwoord de volgende vragen:

1. Uit welke vakken bestaat de schijf van vijf?
2. Welke kleuren hebben de vakken? 

3. Wat zit er allemaal in je recept? (Ingrediënten)?

4. In welke vakken van schijf van vijf kun je dit recept plaatsen?

Noem 3 momenten waarop jij je handen wast op een dag.

De opdracht 

Maak een instructiekaart voor het handen wassen! 

leerdoel

relevantie:

Voor het werken in de zorg moet je weten wat ADL is, ook als jouw oma, ouders, buren etc. hulp nodig hebben is ADL een belangrijke stap.

Je kunt benoemen wat ADL is en hier voorbeelden van geven

welke voorbeelden ken je?

Persoonlijke verzorging

1. verzorging van de huid

2. haar- en mondverzorging

3.hulp bij het aan- en uitkleden

4.hulp bij het naar het toilet gaan

5. Hulp bij het eten en drinken

ADL

Een zorgvrager gaan wassen en aankleden

Waar zie je tegen op?

Een zorgvrager helpen met wassen en aankleden is in het begin lastig voor jezelf.

Je moet er aan wennen. iedereen heeft er in het begin moeite mee om dat het een handeling is die je normaal nooit doet.

Mobiliteitsklassen

A = Actief, kan de handelingen zelfstandig uitvoeren​

B = Actief, kan de handelingen niet meer helemaal zelfstandig uitvoeren. Eventueel hulpmiddelen of aanpassingen​

C = Kan de handeling niet zelfstandig uitvoeren. Kan een fysieke bijdrage leveren tijdens de transfer​

D = Zeer beperkt actief​ 

E = Volledig passief