hfst 2.3 tekstdoelen

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Hfst 2.2

tekstsoorten 

Esselam-oe aleikoem 1MH,

Stop je telefoon in de telefoonzak.

Zoek je (vaste) plek op.

Haal je lesmateriaal tevoorschijn.

Tas van tafel en jas in je kluis.

Leesboek voor je pakken!

Luister aandachtig naar de docent.

Recitatie 

Hadith vd week

De profeet (vzmh) zei tegen Ibn Abbas: “En weet dat overwinning komt met geduld, verlichting met verdriet en moeilijkheid met gemak”. (Nawawi)

Leesmomentje

Pak je leesboek voor je en laten we in rust lezen!

Woorden vd week

1. Preventie= het voorkomen dat iets gebeurt vb. De brandpreventie schrijft voor dat er voldoende nooddeuren moeten zijn.

2. Suïcide= zelfdoding/ zelfmoord vb. Deze week staat in het teken van suïcidepreventie.

3. Signaleren= het tot je door laten dringen van iets wat je waarneemt/ opmerken vb. De dokter signaleerde dat de foto een afwijking liet zien.

4. Vertrouwen= het geloof dat je op iemand kunt rekenen vb. De tegenstelling van vertrouwen is wantrouwen.

5. Inschakelen= 1. iets doen waardoor het werkt vb. Je moet de laptop eerst inschakelen.

OF= 2. in actie laten komen, laten helpen vb. Ik heb een vertrouwenspersoon ingeschakeld.

Verhaaltjes delen (2.1)

Terugblik 

Noem voorbeelden!

Lesdoel(en)

Aan het einde van de les kun je:

Benoemen welke doelen een schrijver kan hebben met een tekst.

Instructie

Tekstdoel

- Hangt samen met de tekstsoort

- Elke tekst heeft een tekstdoel 

Instructie

Verhalende teksten

- Vermaken of tot nadenken aanzetten

- Persoonlijke ervaringen delen

Instructie

Informerende teksten

  

- Beschrijven of ordenen

- Instructie geven

- Verklaren of uitleggen

- Activeren of verzoeken

Instructie

Waarderende tekst

- Overtuigen van een mening

- Beoordelen

Instructie

Meerdere tekstdoelen

Bijvoorbeeld:

beschrijven

+

activeren

Aan het werk

Wat moet ik doen?

Je maakt de opdrachten bij blz. 38

1 t/m 12

Hoeveel tijd heb ik?

Je hebt 40  minuten om deze opdrachten af te maken.

Als er nog 5 minuten over zijn, laat ik het weten.

Wat als ik klaar ben?

Controleer je werk: Heb je alles goed en netjes gedaan?

Stel jezelf de vraag: Begrijp ik alles?

Wat als ik een vraag heb?

Dan steek ik mijn hand in de lucht en komt mevrouw Özkara zo snel mogelijk bij mij.

Terugblik op de les en het lesdoel 

Aan het einde van de les kun je:

Benoemen welke tekstsoorten er zijn en hoe je deze kunt herkennen en gebruiken.

Zijn er nog vragen of onduidelijkheden?

Huiswerk

Van bladzijde 34 maak je de opdrachten 1 tot en met 7

Afsluiting & opbergen van lesmateriaal

Recitatie