Ondersteuning les 2

Guten Tag!
  • Setzt euch bitte (ga zitten)
  • Handy in der Handytasche
  • Schulsachen auf dem Tisch (Buch, Laptop, Heft)
  • Laptop geschlossen
  • Rucksack auf dem Fußboden

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Guten Tag!
  • Setzt euch bitte (ga zitten)
  • Handy in der Handytasche
  • Schulsachen auf dem Tisch (Buch, Laptop, Heft)
  • Laptop geschlossen
  • Rucksack auf dem Fußboden

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
- Üben für mündliche Prüfung/ Schreibtest
- evaluieren

Slide 2 - Tekstslide

das Formular ausfüllen (Evi)

-H3e (mondelingen) oefenen/uitspraak

-H3a,b,c,d,f (schrijftoets K4)
(verder met schrijfopdracht/woordjes/werkwoorden oefenen?)
-Wie gaat Duits toets herkansen?
(wie wil naamvallen oefenen?)

-Hausaufgaben Deutsch 

- Frühstücksei Deutschland Institut

Slide 3 - Tekstslide

  • Ich gebe meinem Bruder (m) den Ball (m).
  • Wat is het onderwerp van deze zin?

  • 'Ich'
  • Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?
  • 'meinem Bruder'
  • Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
  • den Ball

Slide 4 - Tekstslide

Ich                                      1e naamval: onderwerp

gebe

meinem Bruder (m)     3e naamval: meew. voorwerp

den Ball (m)                    4e naamval: lijdend voorwerp

Slide 5 - Tekstslide

Stappenplan om de juiste naamval in een zin te gebruiken

  • Stap 1: Hoort het in te vullen woord bij de 'der-groep' of bij de 'ein-groep'?

  • Stap 2: Is het zelfstandig naamwoord dat achter het in te vullen woord staat, mannelijk, vrouwelijk, onzijdig of meervoud?

  • Stap 3: Wordt de naamval bepaald door een voorzetsel of een werkwoord?

  • Ja? Bij welke naamval hoort dit voorzetsel of werkwoord?
  • Nee? Ontleed de zin
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Wat moet je kunnen voor de toets?
1. Juiste naamval maken bij zinsontleding. 
2. Juiste naamval maken bij voorzetsels (3e/4e) en werkwoorden (1e/3e/4e)
3. Juiste naamval maken bij persoonlijke voornaamwoorden.

Naamvallenschema krijg je erbij op de toets.
(Stappenplan niet)



Slide 7 - Tekstslide

  • VOORZETSELS
  • Seine Freunde wohnen seit (een).......... Monat (m) in Frankfurt.
  • Seine Freunde wohnen seit einem Monat in Frankfurt.
  • Warum hat sie nicht von (haar)...... Unfall (m) erzählt?
  • Warum hat sie nicht von ihrem Unfall erzählt?

.

Slide 8 - Tekstslide

  1. WERKWOORDEN
  2. Das Essen schmeckt (de)……………Frau (v) nicht.
  3. Das Essen schmeckt der Frau nicht.
  4. Diese Katze gehört (haar)……………Schwester (v).
  5. Diese Katze gehört ihrer Schwester.

Slide 9 - Tekstslide

  • ONTLEDEN
  1. (Mijn)..... Vater(m) kauft (de) ....... Lampe (v). 
  2. Mein Vater kauft die Lampe.
  3. Ich habe gar (geen)....... Hunger (m). 
  4. Ich habe gar keinen Hunger.

.

Slide 10 - Tekstslide

Ik begrijp hoe ik naamvallen moet toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Nächste Stunde(n)
Was machen wir nächste Woche?
(H3a schrijftoets op donderdag)
Oefenen met lezen?


Wirft Müll weg!
Wartet bis es klingelt!
Stellt die Stühle unter den Tisch!
Danke schön !


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Ondersteuning les 1

Slide 14 - Tekstslide