30 maart 2B Vmbo

Europa, Europese Unie en Eurozone
  • Europa = een werelddeel
  • Europese Unie = een samenwerkingsverband tussen 28 Europese landen
  • Euro-zone = landen in de Europese Unie die de euro als betaalmiddel hebben.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Europa, Europese Unie en Eurozone
  • Europa = een werelddeel
  • Europese Unie = een samenwerkingsverband tussen 28 Europese landen
  • Euro-zone = landen in de Europese Unie die de euro als betaalmiddel hebben.

Slide 1 - Tekstslide

Invoer / import en uitvoer/export
  • Invoer / Import = Producten of diensten die in het buitenland worden gekocht dus ons land IN komen en het geld dus ons land verlaat
  • Export/ Uitvoer = Producten of diensten die door andere landen vanuit Nederland gekocht worden, produkten gaan het land UIT en het geld dus ons land in komt.

Slide 2 - Tekstslide

Redenen om te importeren/exporteren

  • Geld > de prijs van een product is in het andere land lager
  • Kwaliteit > de producten zijn kwalitatief beter
  • Beschikbaar> de producten/grondstoffen zijn in een land niet aanwezig
  • Klimaat> sommige groenten en fruit groeien niet in ons klimaat. 

Slide 3 - Tekstslide

Invoerrechten

Belasting die aan de gens betaald moet worden door degene die het product invoert (het land inbrengt). Importbelasting.
In de Europese Unie is dit voor de samenwerkende landen afgeschaft. 

Slide 4 - Tekstslide

Eurozone
  • De eurozone zijn de landen waar je met de euro kunt betalen. 
  • Niet alle landen van de EU hebben de euro als betaalmiddel.
  • Landen mogen de euro pas invoeren als ze voldoen aan een aantal eisen: de economie moet sterk zijn: een gezonde begroting (inkomsten en uitgaven) hebben.



Slide 5 - Tekstslide

Voordelen van de euro
  • Wij kunnen de prijzen makkelijk vergelijken.
  • Bedrijven kunnen de prijzen makkelijker vergelijken
  • Geen wisselkosten betalen.
  • Kostenbesparing dus voordeliger.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Welvaart
Welvaart 
Welvaart betekent vaar je wel, dus “gaat het lekker met je”. Bij economen gaat het om geld en niet of je lekker in je vel zit en van je familie geniet. Zij kijken naar geld en vrije tijd. Als je veel verdient en op vakantie gaat ben je welvarend. De economische definitie van welvaart is: “de mate waarin behoeften met de beschikbare middelen kunnen worden bevredigd”. Simpel gezegd: “kun je kopen wat je wilt met het geld dat je verdient”. 
 
Er is een verschil tussen welvaart en welzijn. Bij welzijn draait het om welbevinden, dus om goed voelen. Je hebt een goed leven door contact met je buren, een prettig leefklimaat en geestelijke gezondheid. Dit gaat niet over geld, een duur huis of carrière. Welzijn gaat over wat jou zonder geld gelukkig maakt. Natuurlijk ben je blij met loonsverhoging of promotie, maar daar draait het niet alleen om. Welvaart en welzijn gaan hand-in-hand voor een gelukkig leven.

bron: https://www.finler.nl/welvaart/

Slide 9 - Tekstslide

Welvaart
Niet alle landen van de EU hebben dezelfde welvaart. De landen die later tot de EU toetraden hebben meestal een lagere welvaart. Dat betekent dat de mensen in die landen vaak minder verdienen. Vaak kun je er ook minder luxe producten kopen en is de infrastructuur niet zo goed als in Nederland. Door deel te nemen aan de Europese Unie is in een aantal landen de welvaart toegenomen. Ze konden handel drijven met andere Europese landen. Ze hopen met de euro meer toeristen te krijgen, dat er bedrijven komen die handel drijven en investeringen doen in het land en dat de welvaart zal toenemen. 
bron: Pincode

Slide 10 - Tekstslide

De Europese Centrale Bank
  • Is verantwoordelijk voor het uitgeven van de euro. Ze zorgen dat er genoeg biljetten en munten zijn.
  • Ze stellen de rente-tarieven vast. 
  • Ze controleren het geldverkeer. 

Slide 11 - Tekstslide

Binnen de EU vrij verkeer van:
  • Goederen
  • Diensten
  • Kapitaal
  • Personen
De interne markt betekent dat de grenzen van de EU landen open zijn voor producten en diensten uit andere landen

Slide 12 - Tekstslide

Bescherming / Protectionisme
Landen/bedrijven van buiten de EU die goederen maken die voordeliger zijn als de goederen die hier gemaakt worden zijn concurrenten. 
Om de bedrijven binnen de EU te beschermen hier tegen heffen ze belastingen: invoerrechten. 
Daarnaast stellen ze regels op waardoor het lastiger is voor die buitenlandse bedrijven om hun producten hier te verkopen.

Slide 13 - Tekstslide

Regels over veiligheid, gezondheid en milieu
Er zijn ook afspraken gemaakt voor de veiligheid, gezondheid en ons milieu. Veel producten mogen alleen binnen de EU verkocht worden als ze aan deze regels voldoen. 
Wij herkennen deze producten aan logo's en markeringen:

Slide 14 - Tekstslide

De regering van de Europese Unie
Alle lidstaten van de Europese Unie hebben een regering en parlement.
De Europese Commissie is de regering van de EU. Zij zitten in Brussel en daarom noemen we Brussel ook wel de hoofdstad van Europa. 
Daarnaast is er ook een Europees Parlement met daarin meer als 700 volksvertegenwoordigers. 

Slide 15 - Tekstslide