2.3 Leven in het Romeinse Rijk

Leven in het Romeinse Rijk
De tijd van Grieken en Romeinen
 boek op tafel
Hersenen actief
Tas op de grond
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Leven in het Romeinse Rijk
De tijd van Grieken en Romeinen
 boek op tafel
Hersenen actief
Tas op de grond

Slide 1 - Tekstslide

...uitleggen hoe Romeinen hun rijk bestuurden


Aan het einde van de les kan je...

Slide 2 - Tekstslide

Herhalen

Uitleg §2.3 

Maken §2.3 

Afsluiting
DOEN

Slide 3 - Tekstslide


Welke periode hoort bij de oudheid?
A
5000 v. Chr - 3000 v. Chr.
B
3000 v. Chr. - 500 na Chr.
C
500 v. Chr. - 1000 na Chr.
D
500 na Chr. - 1500 na Chr.

Slide 4 - Quizvraag

De Romeinen wisten een groot rijk te veroveren door middel van een beroepsleger.
Zij maakten van veroverde volken hun bondgenoten


Herhaling

Slide 5 - Tekstslide


Welke zin hoort bij een beroepsleger?
A
Alle soldaten komen uit veroverde gebieden
B
De soldaten mogen veel zelf bepalen
C
De soldaten zijn niet goed getraind
D
Voor de soldaten is vechten hun werk

Slide 6 - Quizvraag


Wat is een bondgenoot?
A
Een volk of land dat een beroepsleger heeft
B
Een volk of land dat samenwerkt met een ander volk of land
C
Een volk of land dat zijn eigen leiders houdt
D
Een volk of land dat zoveel mogelijk gebieden wil veroveren

Slide 7 - Quizvraag


Wat mochten de mensen in veroverde gebieden
houden van de Romeinen?
A
Hun eigen belastingen
B
Hun eigen bondgenoten
C
Hun eigen leger
D
Hun eigen leiders

Slide 8 - Quizvraag

De Romeinen veroverden de zuidelijke gebieden van Nederland.
Hier woonden de Germanen (Friezen/Bataven). 
Hierdoor werden de Romeinse en de Germaanse cultuur gemengd. 
Dit leverde een nieuwe cultuur op.
Herhaling

Slide 9 - Tekstslide


Welke zin past niet bij de Bataven vóór de komst van de Romeinen?
A
Ze gebruiken het Latijnse schrift
B
Ze hadden een natuurgodsdienst
C
Ze leefden van de landbouw
D
Ze woonden in zuid-Nederland

Slide 10 - Quizvraag


Wat veranderde in het leven van de Bataven
door de Romeinse verovering?
Let op: er zijn twee antwoorden goed.
A
Er ontstonden dorpen in hun gebied
B
De Romeinen namen hun geloof over
C
Ze leerden nieuwe producten kennen
D
Ze werden allemaal tot slaaf gemaakt

Slide 11 - Quizvraag

§2.3
Leven in het Romeinse Rijk
A
Het bestuur van de Romeinen
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe Romeinen hun rijk bestuurden
Begrippen:
democratie
burgers
keizer
B
Samenleven in het Romeinse Rijk
Leerdoel:
Je kan beschrijven hoe de Romeinse samenleving werkte
Begrippen:
burgerrechten
C
De Grieks-Romeinse cultuur
Leerdoel:
Je kan twee voorbeelden noemen van de Grieks-Romeinse cultuur
Begrippen:
Grieks-Romeinse cultuur

Slide 12 - Tekstslide

  • Het Romeinse rijk heeft 3 vormen van bestuur gekend
  • 750 v. Chr - 500 v. Chr 
    Koninkrijk
  • 500 v. Chr - 48 v. Chr 
    Rijke mannen aan de macht
  • 48 v. Chr - 500 n. Chr.
    Keizerrijk 
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe Romeinen hun rijk bestuurden
Begrippen:
democratie
burgers
keizer
§2.3
Leven in het Romeinse Rijk
A
DeBoze burgers
Het bestuur van de Romeinen

Slide 13 - Tekstslide



750 v. Chr - 500 v. Chr: Koninkrijk
  • De koningen kwamen uit belangrijke families
  • De laatste koning zorgde slecht voor zijn volk
  • Hij werd verjaagd. Er kwam een nieuw soort bestuur

  • Lucius Tarquinius Superbus ook 
  • Tarquinius II de Hoogmoedige of 
  • Tarquinius de Arrogante 
§2.3
Leven in het Romeinse Rijk
A
DeBoze burgers
Het bestuur van de Romeinen

Slide 14 - Tekstslide

500 v. Chr - 48 v. Chr: Koninkrijk
  • De rijke mannen van Rome waren aan de macht
  • Na protesten van de armen kwam er een bestuur met ook arme mensen erbij. Zo ontstond democratie
  • - Burgers beslissen wie de bestuurders zijn 
  • Veel ruzies tussen arm en rijk
  • Groot rijk, moeilijk te besturen
§2.3
Leven in het Romeinse Rijk
A
DeBoze burgers
Het bestuur van de Romeinen

Slide 15 - Tekstslide

Senaat

Slide 16 - Tekstslide

48 v. Chr - 500 n. Chr: Keizerrijk
  • Tussen 48 - 27 v. Chr. willen verschillende legerleiders aan de macht komen
  • De winnaar van deze strijd mocht zich keizer noemen
  • De eerste keizer was Augustus
§2.3
Leven in het Romeinse Rijk
A
DeBoze burgers
Het bestuur van de Romeinen

Slide 17 - Tekstslide


Wat is een democratie?
A
Een bestuur waarbij het volk beslist wie de bestuurders zijn
B
Een bestuur waarbij iemand in zijn eentje de baas is
C
Een heel groot rijk dat wordt bestuurd door een koning of een keizer
D
Een land dat wordt bestuurd door een vorst

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag
Blz 60
  • Je kan nu maken:  Opdracht 1 t/m 10 van paragraaf 3

Slide 19 - Tekstslide

Leven in het Romeinse Rijk
De tijd van Grieken en Romeinen
boek op  tafel
Hersenen actief
Tas op de grond

Slide 20 - Tekstslide

Ik kan beschrijven hoe de Romeinse samenleving werkte.
Ik kan twee voorbeelden noemen van de Grieks-Romeinse cultuur.
Aan het einde van de les kan je...

Slide 21 - Tekstslide

Er waren veel sociale verschillen in het Romeinse Rijk:
  • 1) mensen met en zonder burgerrecht

  • Iemand met burgerrecht betaalde minder belasting en kon meebesturen. Mensen die in veroverde gebieden woonden hadden geen burgerrecht. Dat konden ze alleen krijgen als ze meevochten in het leger.

Leerdoel:
Je kan beschrijven hoe de Romeinse samenleving werkte.
Begrippen:
burgerrecht
§2.3
Leven in het Romeinse Rijk
B
DeBoze burgers
Samenleven in het Romeinse Rijk

Slide 22 - Tekstslide

2) Vrije mensen en mensen in slavernij
  • Tijdens oorlogen namen Romeinen mensen gevangen
  • Zij werden tot slaaf gemaakt
  • Romeinen die hun schuld niet konden betalen, werden soms tot slaaf gemaakt
  • Heel soms kon je je vrijheid terugkrijgen
§2.3
Leven in het Romeinse Rijk
B
DeBoze burgers
Samenleven in het Romeinse Rijk

Slide 23 - Tekstslide

3) Veel macht en weinig macht
  • Veel macht: mensen met veel land, hoge baan in bestuur, hoge baan in leger.
  • Minder macht: handelaren en ambachtslieden
  • Bijna geen macht: boeren en armen zonder werk
  • Geen macht: tot slaaf gemaakten
§2.3
Leven in het Romeinse Rijk
B
DeBoze burgers
Samenleven in het Romeinse Rijk

Slide 24 - Tekstslide

Man of vrouw
  • Man: land besturen, leger, beslissingen nemen
  • Vrouw: zorgen voor het huishouden
    - rijke vrouwen lieten huishouden doen door tot slaaf gemaakten. 
§2.3
Leven in het Romeinse Rijk
B
DeBoze burgers
Samenleven in het Romeinse Rijk

Slide 25 - Tekstslide

Wat waren twee voordelen van het Romeinse burgerrecht?
Als je man was, kon je meebesturen
Je hoefde minder belasting te betalen
Je hoefde niet mee te werken in het huishouden
Je hoefde niet te werken
Je kon niet tot slaaf gemaakt worden

Slide 26 - Sleepvraag

Ik kan twee voorbeelden noemen van de Grieks-Romeinse cultuur.
Aan het einde van de les kan je...

Slide 27 - Tekstslide

In het zuiden van Italië woonden Griekse mensen.
Zij hadden daar Griekse tempels, theaters en andere gebouwen gebouwd. 
De Romeinen waren erg onder de indruk en wilden dit kopiëren. 
Leerdoel:
Je kan twee voorbeelden noemen van de Grieks-Romeinse cultuur
Begrippen:
Grieks-Romeinse cultuur
§2.3
Leven in het Romeinse Rijk
C
DeBoze burgers
De Grieks-Romeinse cultuur

Slide 28 - Tekstslide

De Romeinen namen over van de Grieken:
  • Goden (alleen andere namen)
  • Griekse gewoontes (olijfolie, baden in een badhuis)
§2.3
Leven in het Romeinse Rijk
C
DeBoze burgers
De Grieks-Romeinse cultuur

Slide 29 - Tekstslide

De Romeinen hadden ook eigen gewoontes:
  • keizers vereren als goden
  • paardenrennen organiseren
  • aquaducten bouwen
§2.3
Leven in het Romeinse Rijk
C
DeBoze burgers
De Grieks-Romeinse cultuur

Slide 30 - Tekstslide

De vermenging van de Griekse en de Romeinse cultuur noemen we de Grieks-Romeinse cultuur
Deze cultuur werd verspreid over het gehele Romeinse Rijk.
§2.3
Leven in het Romeinse Rijk
C
DeBoze burgers
De Grieks-Romeinse cultuur

Slide 31 - Tekstslide

Wat namen de Romeinen over van de Grieken?
De aquaducten
De bouwkunst
De goden
De paardenrennen
Het maken van beelden
Het vereren van keizers als goden

Slide 32 - Sleepvraag


De Romeinen namen veel over van de Griekse cultuur. 
Welk begrip hoort daarbij?
A
Aquaducten
B
Burgerrecht
C
Democratie
D
Grieks-Romeinse cultuur

Slide 33 - Quizvraag

Het Romeinse Rijk ontstond in Rome.
Rond het jaar 500 viel het Romeinse Rijk uit elkaar, het einde van de oudheid




Herhaling

Slide 34 - Tekstslide