H2B - P3 - Week 8 - Les 3 - Laatste les voor toets

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Welkom 
- Quiz begrippen H32, 33 en 34
- Check literatuuropdracht

Doel:
- Je benoemt wat het onderwerp van een tekst is
- Je benoemt wat de hoofdgedachte is van een tekst.
- Je geeft aan wat de hoofdzaken zijn van een tekst
- Je benoemt de kernzin van een alinea. 
- Je kunt een samenvatting schrijven van een tekst
Wat gaan we doen vandaag:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er voor of na een kernzin in een alinea?
A
Onzin
B
Uitleg of voorbeelden
C
Feiten en nog meer kernzinnen
D
Meningen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

  • Onderwerp
  • Deelonderwerp
  • Hoofdgedachte
  • Kernzinnen
  • Hoofdzaken
  • Bijzaken
  • Samenvatting

Belangrijke begrippen 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een onderwerp is een hele zin
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hoofdgedachte bestaat uit een woord of een woordgroep
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bestaat uit een hele zin

Het onderwerp bestaat uit een woord of een woordgroep
Hoofdgedachte

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hoofdgedachte is
A
Een zin met bijzaken
B
Een zin met hoofdzaken en bijzaken
C
Een zin waarin de belangrijkste informatie staat
D
Een zin met de gedachten van de schrijver

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hoofdgedachte vind je door
A
Globaal te lezen
B
Oriënterend te lezen
C
Precies te lezen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdzaken zijn...
A
Erg belangrijk
B
Niet zo belangrijk

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdzaken staan...
A
vaak in het midden van een alinea
B
vaak aan het begin of einde van een alinea

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een samenvatting bestaat meestal uit...
A
Hoofd- en bijzaken
B
Bijzaken
C
Kernzinnen
D
Het onderwerp en de tussenkopjes

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijzaken zijn minder belangrijke tekstfragmenten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijzaken staan op voorkeursplaatsen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdzaken staan op voorkeursplaatsen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je gemaakt als je alle kernzinnen achter elkaar zet?
A
Rommel
B
Veel regels die niets met elkaar te maken hebben
C
Een samenvatting

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar vind je kernzinnen vaak?
A
Nooit op dezelfde plek
B
De eerste, tweede of laatste zin van een alinea
C
De eerste of de laatste zin van een alinea
D
Geen van alle antwoorden

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de kernzin?

Er zijn meerdere redenen om niet op vakantie te gaan. De belangrijkste reden om thuis te blijven is geldgebrek. Het vakantiegeld wordt dan liever anders besteed.
A
Er zijn meerdere redenen om niet op vakantie te gaan
B
De belangrijkste reden om thuis te blijven is geldgebrek.
C
Het vakantiegeld wordt dan liever anders besteed.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de kernzin?


Het stinkt op je kamer. Ook liggen er overal lege zakken chips en vieze was. Het wordt dus hoog tijd dat je de boel eens op gaat ruimen.
A
Het stinkt op je kamer
B
Ook liggen er overal lege zakken chips en vieze was.
C
Het wordt dus hoog tijd dat je de boel eens op gaat ruimen.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de kernzin?

Morgen start ik met huiswerkcontrole. De eerste reden is dat het huiswerk slecht wordt gemaakt de laatste tijd. Een andere reden is dat velen van jullie er slecht voor staan.

A
Morgen start ik met huiswerkcontrole.
B
De eerste reden is dat het huiswerk slecht wordt gemaakt de laatste tijd
C
Een andere reden is dat velen van jullie er slecht voor staan.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de kernzin?

Toch is er ook wel een positief punt te noemen. Ouderen weten zich steeds beter te redden in de digitale wereld. Dit was tien jaar geleden wel anders.

A
Toch is er ook wel een positief punt te noemen.
B
Ouderen weten zich steeds beter te redden in de digitale wereld.
C
Dit was tien jaar geleden wel anders.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de kernzin?

Alles maar verbieden heeft geen zin. Daar staat tegenover dat alles maar goed vinden ook averechts werkt. Je moet dus op zoek naar een balans tussen het handhaven van de regels en soms iets door de vingers zien.

A
Alles maar verbieden heeft geen zin.
B
Daar staat tegenover dat alles maar goed vinden ook averechts werkt.
C
Je moet dus op zoek naar een balans tussen het handhaven van de regels en soms iets door de vingers zien.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stillezen
timer
15:00
Leg je boeken alvast neer op tafel

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H33: Hoofd- en bijzaken
Need to know
Nice to know

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H33:  Hoofd- en bijzaken
1

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H33: Hoofd- en bijzaken
Hoofdzaak
Bijzaak
Mars, Twix en Snickers eet ik graag
Ik ben dol op allerlei soorten chocolade
Het hoofd van de brandweer heeft meerder malen gevreesd voor zijn leven
"Vorige week nog liep ik in een brandend huis, toen er opeens een deel van het plafond naar beneden kwam en me op een haar na miste." 
Oudere strips zijn niet meer zo populair als vroeger
Helden als Kuifje, Lucky Luck, Robbedoes en Guus Flater zijn bij veel kinderen onbekend
Veel oudjes met een smartphone zien door de bomen het bos niet meer
Het is voor ouderen niet eenvoudig om te zien welke apps handig zijn en welke niet.

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

H33:  Hoofd- en bijzaken
3
a
b

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H33:  Hoofd- en bijzaken
4
1
2
3
4
5
6

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H33: Hoofd- en bijzaken
Hoofdzaak
Bijzaak
Mars, Twix en Snickers eet ik graag
Ik ben dol op allerlei soorten chocolade
Het hoofd van de brandweer heeft meerder malen gevreesd voor zijn leven
"Vorige week nog liep ik in een brandend huis, toen er opeens een deel van het plafond naar beneden kwam en me op een haar na miste." 
Oudere strips zijn niet meer zo populair als vroeger
Helden als Kuifje, Lucky Luck, Robbedoes en Guus Flater zijn bij veel kinderen onbekend
Veel oudjes met een smartphone zien door de bomen het bos niet meer
Het is voor ouderen niet eenvoudig om te zien welke apps handig zijn en welke niet.

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

H33:  Hoofd- en bijzaken
7
a
b
c
d
e
f

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H33:  Hoofd- en bijzaken
8

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H33:  Hoofd- en bijzaken
9

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H33:  Hoofd- en bijzaken
9
Hoofdzaken:

- Er zijn verschillende soorten spijbelaars. Jongeren die last hebben van sociale en emotionele problemen zijn de grootste risicogroep. 
- Men maakt zich zorgen over hen, omdat de kans groot is dat ze school verlaten, een uitkering krijgen en misschien wel in de criminaliteit belanden.
- Scholen moeten vooral kijken naar de verhalen achter de cijfers (of naar de reden waarom leerlingen absent zijn).
- Het is belangrijk dat docenten absentie goed registreren, zodat hulp op tijd komt.  Als leerlingen eenmaal van school afgaan, krijg je ze niet snel terug.
- Je houdt niet iedereen binnenboord. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H33:  Hoofd- en bijzaken

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H34:  Samenvatten
Waarom zou je samenvatten:

1. Een tekst is te lang en je wilt het korter opschrijven, zodat je het makkelijker kunt overdragen. 

2. Je moet de tekst leren en wilt alleen de belangrijkste dingen opschrijven. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H34:  Samenvatten
1. Maak een tekst korter:

- Schrijf alleen de hoofdzaken op, en laat (de meeste) voorbeelden en uitwerkingen hiervan weg.

 - Het is belangrijk dat iemand die de originele tekst niet gelezen heeft, alle belangrijke dingen ook weet. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H34:  Samenvatten
2. Je moet de tekst leren:

- Door hoofdzaken te benoemen en kernzinnen te zoeken, ben je heel intensief bezig met de tekst. Daarom zul je de tekst al beter onthouden. Het samenvatten op zichzelf, is een hele goede methode om te leren. 


 Let op:
- een tekst in een tekstboek voor school, bestaat vaak al alleen uit hoofdzaken.  Een uittreksel maken kan daarbij soms handiger zijn.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H34:  Samenvatten
Hoe maak je een samenvatting:

1. Lees de tekst globaal door + bepaal het onderwerp
2. Lees de tekst intensief + noteer kernzinnen en bepaal hoofdgedachte
3. Schrijf de titel van de tekst op
4. Schrijf alle hoofdzaken op. (soms met een voorbeeld, als het zonder niet duidelijk is)
5. Check. Lees de tekst hardop voor en vraag jezelf af of je geen dingen gemist hebt. Is de kern hetzelfde als bij het origineel?

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H34:  Samenvatten
Welke zinnen neem je op in een
samenvatting?

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat: Je kiest een van de vier onderstaande dingen:
Maken
1. Oefentoets bij H32, 33 of 34
2. Literatuuropdracht (inleveren uiterlijk 8 april)

Leren:  
3. Leer de theorie van H32, 33 en 34
4. Leer voor een andere toets voor de komende toetsweek.

Hoe:
Je werkt voor jezelf.

Aan de slag

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 41 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 42 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 43 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.