In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
BS 3 Glucose als grondstof
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt stoffen indelen in energierijke stoffen en energiearme stoffen.
Je kunt de processen van fotosynthese en verbranding bij organismen beschrijven.
Je kunt beschrijven onder welke omstandigheden fotosynthese en verbranding plaatsvinden.
Je kunt aangeven welke stoffen een plant kan maken uit de grondstof
glucose en wat de functies zijn van deze stoffen.
Slide 2 - Tekstslide
Energierijke en energiearme stoffen
energierijke stoffen zijn stoffen waaruit een organisme is opgebouwd of door een organisme gemaakt:
bijv. koolhydraten (glucose, suiker, zetmeel), vetten, eiwitten en cellulose. We noemen dit ook wel organische stoffen.
Energiearme stoffen Komen in de natuur en in organismen voor: bijv. water, mineralen, zuurstof en koolstofdioxide.
deze stoffen noemen we ook wel anorganische stoffen
Slide 3 - Tekstslide
Fotosynthese en verbanding
Bij fotosynthese zet een plant koolstofdioxide en water om in glucose en zuurstof. Glucose bevat veel energie.
Van glucose en mineralen maakt de plant de energierijke stoffen waaruit hij bestaat.
Ook gebruikt de plant glucose als brandstof bij verbranding.
Slide 4 - Tekstslide
Fotosynthese en verbranding
Overdag(in het licht) ontstaatin de bladeren vaak meer zuurstof en glucose dan de plant bij verbranding verbruikt.
Zuurstof die niet direct gebruikt wordt, wordt afgegeven aan de lucht.
Glucose die niet direct gebruikt wordt, wordt omgezet in zetmeel en tijdelijk opgeslagen in de bladeren.
Slide 5 - Tekstslide
Fotosynthese en verbranding
Slide 6 - Tekstslide
De vorming van energierijke stoffen
Planten kunnen glucose omzetten in allerlei andere energierijke stoffen waaruit ze bestaan. Dit noemen we assimilatie.
Glucose kan worden omgezet in andere koolhydraten zoals
suiker, zetmeel en cellulose.
* Suiker kan opgelost in water via de bastvaten naar alle delen van de plant
worden vervoerd.
* Zetmeel wordt tijdelijk opgeslagen in de bladeren of voor langere tijd
worden opgeslagen in verdikte plantendelen.
*Cellulose komt voor in celwanden, vooral bij houtvaten en vezels
Slide 7 - Tekstslide
De vorming van energierijke stoffen
2. Glucose kan samen met nitraat worden omgezet in eiwitten.
Nitraat is een mineraal dat planten opnemen uit de bodem.
Cytoplasma en chromosemen bevatten veel eiwitten.
Eiwitten kunnen worden opgeslagen in zaden.
3. Glucose kan worden omgezet in vetten. Bij sommige planten
komen in de zaden veel vetten voor. Bijvoorbeeld bij Pinda's
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
De functies van assimilatieproducten
De energierijke stoffen die bij assimilatie worden gemaakt noemen we assimilatieproducten. Deze hebben meerdere functies:
Brandstoffen: Worden gebruikt bij verbranding. Vooral glucose is een belangrijke brandstof.
Bouwstoffen: Worden gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels
(voor opbouw en herstel)
Reservestoffen: Vooral zetmeel (en ook vetten) worden opgeslagen voor later. Grote hoeveelheden reservestoffen worden opgeslagen in verdikte delen (wortels, stengels, bladeren) en in zaden.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.